Leveranciers verstrekken vaak commerciële knowhow aan hun distributeurs, die ze niet ten gunste van hun concurrenten zouden willen zien. Een kritieke situatie in dit opzicht is uiteraard de periode direct na de beëindiging van een distributieovereenkomst. De distributeur zal waarschijnlijk overstappen naar een concurrerende leverancier en er bestaat een reëel risico dat de distributeur de knowhow met zijn nieuwe leverancier deelt.
Om dit probleem aan te pakken, kunnen distributieovereenkomsten een zogenaamde na-einde non-concurrentie verplichting bevatten. Deze verplichting voorkomt dat de distributeur onder bepaalde voorwaarden concurrerende activiteiten uitvoert na de beëindiging of het verstrijken van de distributieovereenkomst.
In bepaalde beperkte gevallen (bijvoorbeeld wanneer de marktaandelen van de partijen laag zijn) is het niet uitgesloten dat zo'n na-einde non-concurrentie verplichting niet als een verboden beperking van de concurrentie wordt beschouwd, maar in veel gevallen is een vrijstelling noodzakelijk om de beperking in overeenstemming te brengen met het mededingingsrecht en dus afdwingbaar te maken. De toepassing van een algemene vrijstellingsverordening is de meest efficiënte manier om zo'n vrijstelling te verkrijgen.
De huidige algemene vrijstellingsverordening die van toepassing is op distributieovereenkomsten is Commissie Verordening 330/2010 (de "VBER"). De VBER staat na-einde non-concurrentie verplichtingen toe onder de volgende strikte en cumulatieve voorwaarden, namelijk dat de beperking:
De huidige voorstellen voor het toekomstige regime laten de bestaande regels ongewijzigd.
Er is geen noodzaak om de bestaande praktijk te wijzigen.
De voorwaarden voor de automatische vrijstelling van na-einde non-concurrentie beperkingen blijven zeer strikte. Dit geldt met name voor de voorwaarde dat de beperking zich moet beperken tot het terrein en de gebouwen waarvan de distributeur onder de distributieovereenkomst gebruik heeft gemaakt. Dit houdt in de praktijk in dat het voldoende is voor de distributeur om van locatie te veranderen (zelfs binnen hetzelfde winkelgebied of dorp) om de vrijstelling van toepassing te laten.
Er is een spanning tussen de voorwaarde dat de na-einde non-concurrentie verplichting noodzakelijk moet zijn (wat een zeer strenge norm is) om de knowhow van de leverancier te beschermen en de extreme geografische beperking van zo'n verplichting. De relevantie van dit deel van de VBER en de consistentie tussen de cumulatieve voorwaarden zouden zeker worden vergroot door de geografische beperking uit te breiden tot het gehele gebied waar de distributeur actief was met de verkoop en marketing van de producten die onder de distributieovereenkomst vallen.
We tellen af naar 1 juni 2022 en streven ernaar om u met regelmaat updates en de nodige juridische knowhow te verstrekken, zodat uw bedrijf volledig is voorbereid op de toekomst. Bekijk ook het platform van het Distribution Law Center en onze LinkedIn-pagina voor veel meer informatie over de wetten die van toepassing zijn op verticale overeenkomsten, zowel in termen van concurrentie- als handelsrecht. 27 gespecialiseerde teams van over de hele EER zetten zich in om het platform tot uw favoriete bron van begeleiding en informatie te maken.
Er is een vertaling van deze Countdown nieuwsbrief beschikbaar in de volgende talen: Portugees
Lees hier de beschikbare DLC Countdown nieuwsbrieven over de te verwachten veranderingen: klik hier.