Distributiewetcentrum Aftellen XI – Hardcore Beperkingen (Equivalentie): Een Diepgaande Analyse
Wat?
Online verkoopbeperkingen worden streng onderzocht door de Europese Commissie en nationale mededingingsautoriteiten. Het is algemeen erkend dat totale online verkoopverboden worden gezien als hardcore beperkingen, die niet kunnen profiteren van de VBER.
Echter, ook ten aanzien van andere online verkoopbeperkingen moeten bedrijven voorzichtig handelen. In een selectief distributiesysteem kunnen merkeigenaars online verkoopcriteria instellen om hun merk te beschermen wanneer distributeurs online verkopen. De Europese Commissie bepaalt dat dergelijke criteria, opgelegd door een merkeigenaar of leverancier met betrekking tot online verkoop, globaal equivalent moeten zijn aan de criteria die worden opgelegd voor offline verkoop in een selectief distributiesysteem. Dit wordt het "gelijkwaardigheidsbeginsel" genoemd.
Als deze online criteria niet equivalent worden geacht aan de offline criteria, betekent de VBER positie dat de distributeurs van merkeigenaars worden belet om het internet te gebruiken om meer klanten te bereiken. Dit komt neer op een illegale beperking van actieve of passieve verkoop.
Nu?
Artikel 4(c) VBER verbiedt de beperking van actieve of passieve verkoop aan eindgebruikers door leden van een selectief distributiesysteem. Volgens de Europese Commissie moeten de selectieve distributeurs binnen een selectief distributiesysteem vrij zijn om (zowel actief als passief) aan alle eindgebruikers te verkopen, ook met behulp van het internet. Met name met betrekking tot internetverkoop, beschouwt de Europese Commissie elke verplichting die leden van een selectief distributiesysteem ontmoedigt om het internet te gebruiken door criteria voor online verkoop op te leggen die niet globaal equivalent zijn aan de criteria die worden opgelegd voor offline verkoop als hardcore beperkingen. Dit betekent dat het systeem niet kan profiteren van de VBER.
De huidige Verticale Richtlijnen stellen expliciet dat het gelijkwaardigheidsbeginsel niet vereist dat de criteria die worden opgelegd voor online verkoop identiek moeten zijn aan die welke worden opgelegd voor offline verkoop, maar eerder dat zij de dezelfde doelstellingen moeten nastreven en vergelijkbare resultaten moeten bereiken. Het verschil tussen de criteria moet worden gerechtvaardigd door de verschillende aard van deze twee distributiemodi. Dit wordt geïllustreerd door een aantal voorbeelden in de huidige Verticale Richtlijnen.
De toekomst vanaf 1 juni 2022?
Wat betreft het gelijkwaardigheidsbeginsel lijkt de Europese Commissie een nieuwe richting in te slaan door te focussen op de daadwerkelijke beperking van het gebruik van het internet. In de huidige voorstellen voor de Verticale Richtlijnen wordt de equivalentietest voor hybride distributiescenario's afgeschaft.
In de huidige voorstellen van de Verticale Richtlijnen wordt een nauwere link gelegd met betrekking tot de voorkoming van het effectieve gebruik van het internet. Gezien de verschillende kenmerken van online en offline verkoop, mag een leverancier die een selectief distributiesysteem exploiteert, online criteria opleggen aan zijn geautoriseerde distributeurs die niet identiek zijn aan de offline criteria, op voorwaarde dat de geautoriseerde distributeurs niet direct of indirect worden verhinderd om het internet effectief te gebruiken bij de verkoop van de contractgoederen.
In de huidige voorstellen van de Verticale Richtlijnen is het volgende praktijkvoorbeeld opgenomen:
Een leverancier kan specifieke online eisen stellen om te zorgen dat bepaalde servicekwaliteitsnormen worden nageleefd, waaronder (i) de opzet en werking van een online helpdesk na verkoop, (ii) een vereiste om de kosten van klanten die het product retourneren te dekken, of (iii) het gebruik van beveiligde betalingssystemen. Volgens de huidige voorstellen van de Verticale Richtlijnen vormen dergelijke eisen geen zwartelijst klant of territoriale beperking.
In de praktijk?
De equivalentietest wordt afgeschaft en vervangen door een nieuwe “effectief gebruik van het internet” test onder het nieuwe VBER regime.
Beoordeling?
We verwelkomen de afschaffing van de equivalentietest en de introductie van een nauwere link met de daadwerkelijke beperking van het gebruik van het internet. Hoewel het gelijkwaardigheidsbeginsel niet onredelijk is, dient de rechtszekerheid bij de nieuwe “effectieve gebruik” test.
Bijvoorbeeld, het is vaak moeilijk te beoordelen wat (niet) equivalent is, gezien het feit dat online en offline verkoop zich in verschillende werelden bevinden (bv. is een 7/7 after-sales service in een webshop “gelijkwaardig” aan een minder veeleisende after-sales service in een fysieke winkel?). Het kan ook lastig zijn om online en offline eisen te vergelijken bij gebrek aan een relevante 'offline' tegenhanger (bv. eisen in verband met het gebruik van zoekmachines en webanalysesoftware). Deze interpretatieproblemen worden opgelost met de nieuwe test, die in het belang zal zijn van de hybride distributiestrategieën van veel bedrijven.
Wilt u meer weten? Blijf op de hoogte...
In aanloop naar 1 juni 2022 streven we ernaar om u regelmatig updates en de nodige juridische kennis te bieden om uw bedrijf volledig voor te bereiden op de toekomst. Neem ook zeker een kijkje op het Distribution Law Center platform en onze LinkedIn pagina voor meer informatie over de wetten met betrekking tot verticale overeenkomsten, waaronder zowel mededingingsrecht als handelsrecht. 27 gespecialiseerde teams uit heel de EEA werken hard om het platform tot uw favoriete bron van begeleiding en informatie te maken.
Een vertaling van deze Countdown nieuwsbrief is beschikbaar in de volgende talen: Tsjechisch, Portugees, Slowaaks, Zweeds.
Lees de beschikbare DLC Countdown nieuwsbrieven over de verwachte wijzigingen hier.
Meer nieuws
x0post0x