Het onderzoek wijst uit dat de handelswijze van de gemeenten bij de exploitatie van sportaccommodaties in de meeste gevallen mogelijk nog niet in overeenstemming is met de gedragsregels uit de Wet MenO, omdat enerzijds geen kostendekkende tarieven worden gehanteerd en anderzijds financiële voordelen worden toegekend aan overheidsbedrijven. Door diverse gemeenten is kenbaar gemaakt dat zij de integrale kosten niet doorberekenen in hun tarieven vanwege maatschappelijke doelen die met de exploitatie van sportaccommodaties worden nagestreefd. Om diezelfde reden worden subsidies en/of exploitatiebijdragen verstrekt aan overheidsbedrijven. Het algemeen belang van de exploitatie van sportaccommodaties is echter maar in een beperkt aantal gevallen bij besluit van de gemeenteraad vastgesteld. Zolang er echter geen algemeen belang besluit is genomen zijn de gedragsregels onverkort van toepassing.Het bestuur van de ACM werkt dit oordeel verder uit:
Uit deze steekproef blijkt dat het overgrote deel van de gemeenten nog geen zorgvuldige afweging heeft gemaakt die voldoet aan de gedragsregels van de Wet Markt en Overheid. [...] De meeste gemeenten uit de steekproef zijn nog niet Markt-en-Overheid-proof. Dat betekent ook dat – als er niets verandert –deze gemeenten in overtreding zijn. [...] Maar na 1 juli moet het op orde zijn. De wet is dan twee jaar oud. Na 1 juli zullen we ook handhaven. We richten ons op economische activiteiten die de meeste schade toebrengen. Bijvoorbeeld waar verdringing van particulier initiatief duidelijk is. Als overheden hun gedrag in strijd met de wet niet aanpassen kan dat leiden tot een last onder dwangsom. Zover willen we het liever niet laten komen, maar het is wel onze taak.Commentaar Naar aanleiding van de steekproef riep de ACM gemeenten op om voor het verstrijken van de overgangstermijn, 1 juli 2014, na te gaan of hun handelswijze bij exploitatie in overeenstemming is met de Wet markt en overheid. Die aanbeveling werd gemaakt in de context van de besproken steekproef. Anita Vegter, bestuurslid van de ACM, trok deze aanbeveling recentelijk echter nog breder. Op 11 februari 2014, op een congres van de ACM, VNG en Europa Decentraal, liet zij optekenen dat deze aanbeveling relevant was voor alle economische activiteiten van overheden, en dat een gelijk speelveld tussen overheden en bedrijven uiteindelijk zowel de overheden als de ACM werk zou schelen. Er zou dan minder gecontroleerd en gehandhaafd moeten worden. Deze brede aanbeveling voor gemeenten, provincies en andere overheden is in onze ogen terecht, omdat de gevolgen van niet-naleving reëel zijn. Indien lokale overheden, zoals gemeenten en provincies, hun huiswerk niet op tijd klaar hebben, lopen zij onder meer kans op lasten onder dwangsom. Zij kunnen dan voor vervelende (en onverwachte) financiële sancties komen te staan. Wij brengen ten slotte graag onder de aandacht dat er vaak ruimte is tegemoet te komen aan politieke wensen. Indien het vanuit maatschappelijk oogpunt niet mogelijk is om de gedragsregels na te leven - bijvoorbeeld omdat er sprake is van marktfalen - dan kunnen overheden onder omstandigheden formeel besluiten dat hun economische activiteiten plaatsvinden in het algemeen belang. Daarbij is een zorgvuldige afweging van de belangen van consumenten enerzijds, en die van ondernemers anderzijds, volgens de ACM alvast noodzakelijk. Overigens is de ACM ervan overtuigd dat een bestaand besluit over een dienst van algemeen economisch belang, of DAEB, op zichzelf in beginsel niet volstaat om buiten de reikwijdte van de Wet markt en overheid te vallen. Een goede voorbereiding is ook hier het halve werk. Meer weten of even sparren? Mail vrijblijvend met Martijn Jongmans of Adriaan Buyserd
Op de hoogte blijven?
Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.