Kennisbank

BANNING ABC - Schuldeisersverzuim

Geschreven door Admin | 11-jan-2015 5:00:00
  1. Accepteren prestatie niet verplicht
  2. Schuldeisersverzuim
  3. Drie vormen
  4. Gevolgen schuldeisersverzuim
  5. Einde verzuim schuldenaar
  6. Schuldenaar tijdens schuldeisersverzuim zelf niet in verzuim
  7. Overmacht schuldenaar
  8. Vergoeding redelijke kosten
  9. Zaak onderhevig aan bederf of snelle achteruitgang
  10. Eindigen schuldeisersverzuim: tenietgaan prestatie, zuivering, eindigen opschortingsbevoegdheid

In het geval partijen een overeenkomst sluiten is de partij die gehouden is om een bepaalde prestatie (bijvoorbeeld het leveren van een bepaalde zaak) te leveren de schuldenaar en de partij aan wie een bepaalde prestatie (bijvoorbeeld het in ontvangst nemen van de gekochte zaken) toekomt de schuldeiser. Uitgangspunt is dat de schuldeiser niet verplicht is om de prestatie te accepteren. Vaak is dat nadelig voor de schuldenaar. Het leerstuk van schuldeisersverzuim kan in dergelijke gevallen uitkomst bieden.

Schuldeisersverzuim doet zich in drie situaties voor. Ten eerste wanneer de schuldeiser weigert om zijn noodzakelijke medewerking te verlenen aan de uitvoering van een verplichting van de schuldenaar. De schuldeiser weigert bijvoorbeeld om de gekochte zaak in ontvangst te nemen, aangezien deze volgens hem niet beantwoordt aan de overeenkomst. Ten tweede de situatie dat een ander beletsel aan de zijde van de schuldeiser verhindert dat de schuldenaar zijn verplichting kan nakomen. Denk aan het geval dat de schuldeiser heeft nagelaten om een opslagruimte te huren en daardoor het gekochte niet in ontvangst kan nemen. Of wanneer derdenbeslag is gelegd ten laste van de schuldeiser, waardoor de schuldenaar niet bevrijdend aan de schuldeiser kan betalen. De derde situatie is die waarin de schuldeiser zijn verplichtingen jegens de schuldenaar niet nakomt als gevolg van omstandigheden die aan hem zijn toe te rekenen en de schuldenaar op grond daarvan zijn verplichting jegens de schuldeiser opschort.

Schuldeisersverzuim heeft zowel gevolgen voor de schuldenaar als voor de schuldeiser. Schuldeisersverzuim maakt een einde aan het verzuim van de schuldenaar. Daarnaast kan de schuldenaar gedurende het schuldeisersverzuim niet zelf in verzuim raken. De schuldenaar is gedurende die periode dan ook geen wettelijke rente aan de schuldeiser verschuldigd.

De schuldenaar verkeert gedurende het schuldeisersverzuim in overmacht. Het feit dat de schuldenaar niet presteert kan hem dus niet worden toegerekend. De schuldeiser kan daarom op zijn beurt geen nakoming, schadevergoeding of ontbinding van de overeenkomst vorderen en is evenmin bevoegd is om executiemaatregelen te nemen.

Gedurende het schuldeisersverzuim blijft de prestatie, die de schuldenaar moet verrichten, staan: de schuldenaar moet zijn prestatie als het ware gereed houden voor het geval het schuldeisersverzuim eindigt. In die tussengelegen periode zal de schuldenaar vaak geconfronteerd worden met allerhande extra kosten, zoals opslagkosten, verzekeringskosten etc. De schuldenaar heeft binnen de grenzen van het redelijke recht op een vergoeding van dergelijke kosten.

Wanneer de schuldeiser verhindert dat de schuldenaar een zaak kan leveren die aan bederf of snelle achteruitgang onderhevig is en niet van de schuldenaar gevergd kan worden dat hij de zaak bewaart, heeft de schuldenaar de bevoegdheid om de zaak op geschikte wijze te verkopen.

Schuldeisersverzuim kan op meerdere manieren eindigen.

Ten eerste in het geval de prestatie van de schuldenaar komt te vervallen (tenietgaat) bijvoorbeeld doordat de rechter hem daarvan heeft bevrijd of de onderliggende overeenkomst wordt vernietigd.

Ten tweede in geval de schuldeiser het schuldeisersverzuim zuivert. De schuldeiser verklaart zich dan alsnog bereid om zijn medewerking te verlenen of het beletsel dat eerder verhinderde dat de schuldenaar kon presteren, is verdwenen. Stel de schuldenaar is dan niet direct in staat om te presteren, aangezien hij eerst bepaalde voorbereidingen moet treffen, dan eindigen de gevolgen van het schuldeisersverzuim echter pas zodra de schuldenaar redelijkerwijs weer tot nakoming in staat is.

Tot slot eindigt het schuldeisersverzuim indien de schuldenaar niet langer bevoegd is om de prestatie op te schorten, bijvoorbeeld indien de schuldeiser voldoende zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verbintenis.