De beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap kan zich de laatste tijd in de praktijk verheugen in een brede belangstelling. Dit vindt ongetwijfeld zijn oorsprong in spraakmakende rechtspraak, de wetswijziging die vanaf 1 september 2016 heeft plaatsgevonden (na ontdekking van onvoorzienbare schulden alsnog beneficiaire aanvaarding mogelijk) en alle publiciteit daar omheen.
Berucht is een uitspraak van het hof Den Haag. Op de dag van het overlijden van hun moeder hebben de drie kinderen/erfgenamen overleg gepleegd over de uitvaart tijdens een gezamenlijk etentje in restaurant “de Koperen Pan”. De kosten van het etentje ten bedrage van € 119 werden betaald van de bankrekening van hun overleden moeder. Het Hof Den Haag vond dit een panklaar geval van zuivere aanvaarding van de nalatenschap, met als gevolg dat erfgenamen met hun privévermogen aansprakelijk waren voor de schulden van de nalatenschap.
De Hoge Raad dacht er op 22 mei 2015 gelukkig anders over en beschouwde de redelijke kosten van het etentje als kosten voor de uitvaart. De erfgenamen regelden tijdens het etentje immers de uitvaart en in de woning van hun overleden moeder was onvoldoende eten en drinken aanwezig.
Als zuivere aanvaarding kunnen onder meer wel worden gezien:
Dit zijn gedragingen, die zeer kort na het overlijden actueel en soms zelfs noodzakelijk kunnen zijn. Op dat moment zal echter de omvang van de nalatenschap (is die per saldo positief of negatief?) vaak nog niet duidelijk zijn. Om risico’s te voorkomen wordt erfgenamen daarom steeds vaker geadviseerd om direct na het overlijden over te gaan tot beneficiaire aanvaarding en vervolgens verder te zien. Daarna leveren dergelijke handelingen geen risico meer op. Blijkt de nalatenschap per saldo negatief, dan zijn na beneficiaire aanvaarding niet de erfgenamen met hun privévermogen, maar de nalatenschap zelf met haar activa voor de schulden aansprakelijk. Blijkt de nalatenschap positief, dan heeft de beneficiaire aanvaarding geen invloed op de uiteindelijke erfdelen.
Maar: beneficiair aanvaarding kent ook een groot nadeel. Als de overledene een testament heeft en daarin een executeur/afwikkelingsbewindvoerder is benoemd, is duidelijk wie de leiding heeft bij de afwikkeling van het testament en van de nalatenschap. Mocht de nalatenschap echter door een van de erfgenamen beneficiair worden aanvaard, dan eindigt daarmee direct de taak van de executeur (tenzij overduidelijk is, dat het saldo van de nalatenschap ruimschoots voldoende is om alle schulden van de nalatenschap te voldoen; maar dit is vaak juist niet het geval bij beneficiaire aanvaarding). Vanaf dat moment moeten de erfgenamen gezamenlijk optreden als vereffenaars van de nalatenschap. Dit wil zeggen dat zij gezamenlijk uit de gelden van de nalatenschap de schulden van de nalatenschap moeten voldoen. Hiervoor is dus samenwerking en overeenstemming tussen alle erfgenamen noodzakelijk. Zijn zij het niet eens, dan is er vaak slechts één andere oplossing: de rechtbank verzoeken om een professionele vereffenaar te benoemen met alle, vaak hoog oplopende kosten van dien.
Onlangs werd een uitspraak gepubliceerd van de rechtbank Midden-Nederland van 25 september 2019 ( ECLI:NL:RBMNE:2019:4673) in een zaak waarin de erven beneficiair hadden aanvaard. Er was volop ruzie omdat erfgenaam A van mening was dat twee andere erfgenamen waren bevoordeeld door transacties van de erflater tijdens leven, waardoor de nalatenschap negatief was en een schuld aan erfgenaam A niet kon worden voldaan. Erfgenaam A wil daarom de twee andere erfgenamen namens de nalatenschap dagvaarden om de gelden terug te eisen. Daaraan wilde die twee niet meewerken. Erfgenaam A dacht dit op te lossen door de kantonrechter op grond van artikel 4:198 BW te vragen om te bepalen dat hij alleen als zelfstandig vereffenaar de gewenste rechtsvordering namens de nalatenschap tegen de twee anderen zou kunnen instellen. Op die wijze zou de benoeming van een professioneel vereffenaar niet nodig zijn. Erfgenaam A kreeg echter het deksel op de neus. De kantonrechter kwam tot het oordeel dat artikel 4:198 BW niet is bedoeld om uiteenlopende geschillen over de vereffening tussen de erfgenamen aan hem voor te leggen, daarvoor heeft de wetgever andere voorzieningen in de wet opgenomen. Indien het de erfgenamen als vereffenaars niet lukt om de nalatenschap gezamenlijk te vereffenen, kan de rechtbank worden verzocht om een (professionele) vereffenaar te benoemen, aldus de kantonrechter in deze zaak.
Het is niet uitgesloten dat de professionele vereffening zo veel extra kosten met zich meebrengt, dat er daardoor niets of weinig voor de erfgenamen overblijft, zelfs niet voor betaling van een vordering op de nalatenschap.
Zijn de familieverhoudingen goed en hoeft er geen geschil bij de afwikkeling van de nalatenschap te worden verwacht, dan is beneficiair aanvaarden direct na overlijden zeker aan te bevelen. Dat er vervolgens door de erven gezamenlijk moet worden vereffend vormt dan immers geen probleem. Is er mogelijk wel storm op komst en is er tijd om mogelijke daden van zuivere aanvaarding uit te stellen om eerst te bezien of de nalatenschap een positief saldo heeft, dan kan afzien van directe beneficiaire aanvaarding worden overwogen.
Een paar weken geleden woonde ik het Symposium “Erven zonder scherven” bij. Dat ging onder meer over de mogelijkheid om gebruik te maken van nalatenschapsmediation door een of twee in het erfrecht gespecialiseerde mediator(s). In elke situatie waarin de erven ruzie hebben over de potten en pannen adviseer ik die aanpak als veruit de beste en snelste marsroute, of er nu beneficiair is aanvaard of niet, ter afwikkeling van de nalatenschap met behoud of zelfs herstel van goede familieverhoudingen.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere familie-erfrechtelijke vragen, neem dan gerust contact op met Marc van Opstal of andere leden van de sectie Familierecht.