Op 26 februari jongstleden is er door de Hoge Raad een uitspraak gedaan in de rechtszaak tussen Stichting Baas in Eigen Huis en Plazacasa B.V., de beheerder van de bekende huizenwebsite www.jaap.nl. Deze uitspraak heeft diepe indruk op juridische professionals gemaakt, omdat de Hoge Raad de ontvankelijkheid van een stichting die een collectieve actie opstart, heeft behandeld.
Vergeleken met het Hof van Amsterdam geeft de Hoge Raad aan dat er wel degelijk vergelijkbare belangen bestaan volgens artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek. Dit is zelfs het geval als één op de drie makelaars geen bezwaar heeft tegen het weergeven van hun objectgegevens op www.jaap.nl. Het Hof heeft namelijk niet bevestigd dat de belangen waarvoor de collectieve actie van de stichting bedoeld is, niet kunnen worden samengebundeld. Daarnaast biedt lid 5 van artikel 3:305a BW een mogelijkheid voor die makelaars die de actie van de stichting niet ondersteunen. Zij kunnen ervoor zorgen dat de gerechtelijke uitspraak niet op hun van toepassing is door simpelweg bezwaar te maken bij de stichting. Het juridische systeem is duidelijk uitgelegd door de Hoge Raad; deze uitleg heeft altijd al in de Memorie van Toelichting van artikel 305a BW gestaan (zie MvT 22 486, nr. 3, p. 31).
Vooral voor IE-juristen is het een interessante overweging van de Hoge Raad dat het Hof de kosten die Plazacasa volgens artikel 1019h Rv had gedetailleerd en gespecificeerd, niet had mogen weigeren. Dit geldt temeer omdat deze kosten door de stichting niet eens betwist waren geweest, ook niet als het ging om redelijkheid en proportionaliteit.
Klik hier om het volledige artikel te lezen.