In deze serie van blogs nemen we u mee in de wereld van fusie & overnames (M&A), waarin wij op hoofdlijnen de juridische (en ook enkele commerciële) aspecten bespreken en voorzien van nuances die elke fase van dit proces omringen. Ontdek hoe elke zet een cruciale rol speelt in “De verschillende fases van een overnametraject”. Van de voorbereidingen tot de uiteindelijke verkoop en closing van de transactie. Een succesvolle overname begint met een tijdige voorbereiding en de juiste gekwalificeerde adviseurs. Neem contact op met onze advocaten gespecialiseerd in fusie & overnames (M&A) voor een vrijblijvend gesprek naar de mogelijkheden. Dit is blog 9 van deze serie en gaat over het non-concurrentiebeding.
Non-concurrentiebeding
Een essentieel onderdeel van veel koopovereenkomsten met betrekking tot de (ver)koop van een onderneming is het non-concurrentiebeding. Een non-concurrentiebeding verbiedt de verkoper om te concurreren met of een belang te hebben in een onderneming die concurreert met de verkochte onderneming. Concreet betekent dit dat de verkoper binnen een bepaald gebied en gedurende een bepaalde periode zich niet met dezelfde diensten of producten mag begeven op dezelfde markt als de verkochte onderneming en/of de koper. Het doel van een non-concurrentiebeding is de koper van de onderneming te beschermen tegen (ongerechtvaardigde) concurrentie van de verkoper. De koper heeft immers investeringen gedaan in het kader van de overname van de onderneming – er wordt een koopprijs (inclusief goodwill) betaald. Een non-concurrentiebeding stelt de koper in staat de onderneming te exploiteren en de concurrentiepositie ervan te handhaven en liefst te verbeteren. Concurrentie door de verkoper zou afbreuk kunnen doen aan de (waarde van de) verkochte onderneming. Een non-concurrentiebeding moet qua duur, geografisch toepassingsgebied en de materiële en personele reikwijdte met betrekking tot de betreffende verkoop redelijkerwijs noodzakelijk zijn. In beginsel is op grond van Europese regelgeving een non-concurrentiebeding gerechtvaardigd voor een periode van maximaal drie jaar indien de overdracht van de overneming betrekking heeft op de overdracht van zowel goodwill als knowhow. Indien de overdracht slechts betrekking heeft op goodwill, dan zal doorgaans een non-concurrentiebeding van slechts twee jaar gerechtvaardigd zijn. Goodwill omvat de immateriële waarde van een bedrijf, zoals reputatie en klantenrelaties, terwijl knowhow betrekking heeft op niet-openbare kennis en expertise, zoals technologische vaardigheden. Indien de overdracht bijvoorbeeld in principe alleen op de overdracht van materiële activa ziet, dan zal een non-concurrentiebeding niet altijd noodzakelijk zijn. Over het algemeen dient de geografisch bereik van een non-concurrentiebeding beperkt te blijven tot het gebied waarin de verkoper vóór de overdracht de betreffende producten of diensten heeft aangeboden. Om naleving van het non-concurrentiebeding te waarborgen, kunnen dergelijke bepalingen worden verbonden aan een boeteclausule. Deze boeteclausule kan inhouden dat bij elke overtreding van het non-concurrentiebeding, en voor elke dag waarop deze overtreding voortduurt, een boete verschuldigd is.
Relatiebeding en anti-ronselbeding
Naast een non-concurrentiebeding, kunnen de verkoper en koper ook andere restrictieve bedingen overeenkomen, zoals:
- Een relatiebeding: een beding dat (een verkoper) verbiedt om na de overdracht van de onderneming contact te hebben met klanten of relaties van de verkochte onderneming, met het doel hen ertoe te bewegen geen of minder zaken met de verkochte onderneming te doen.
- Een anti-ronselbeding: een beding dat (een verkoper) verbiedt om na de overdracht van de onderneming collega's of werknemers van de verkochte onderneming te benaderen om voor een andere werkgever of onderneming te gaan werken.
Vaak worden deze restrictieve bedingen verbonden aan een boeteclausule. Overtreding van één of meerdere bedingen leidt dan tot een vooraf afgesproken boete.
Natuurlijk persoon
Indien de onderneming wordt verkocht door een rechtspersoon, dan zal niet alleen de verkoper, maar ook de achterliggende natuurlijk persoon gebonden moeten zijn aan het restrictief beding. De Koper wil immers niet dat de achterliggende natuurlijk persoon bijvoorbeeld door middel van een andere (rechts)persoon dan de verkopende entiteit kan concurreren met de verkochte onderneming.
Het M&A team van Banning Advocaten beschikt over fusie- en overnamespecialisten met jarenlange ervaring in zowel aandelentransacties als activa-passiva transacties. Mocht u naar aanleiding van deze posts vragen hebben, dan kunt u uiteraard met één van ons vrijblijvend contact opnemen.