Skip to Content

Extra duurzaamheidseisen voor gebouwen

Blogs Vastgoed, Bouw & Omgeving Annelies Plooij
Een verouderd schoolgebouw dat wordt gesloopt en waarvoor woningen in de plaats komen. De ontwikkeling van een hotel in een bestaand gebouw, of de realisatie van een zorgappartementencomplex. Het zijn enkele voorbeelden van mogelijke bouwprojecten. Sinds 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en diverse onderliggende regelgeving in werking getreden. Het ‘’Bouwbesluit 2012’’ bestaat niet meer. Daarvoor is in de plaats gekomen het ‘’Besluit bouwwerken leefomgeving’’ (BBL). Bij nieuwe projecten waarbij ook gebouwd moet worden, zal rekening moeten worden gehouden met deze eisen uit het BBL (voor zover geen overgangsrecht van toepassing is). Ondanks dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog vrij recent is, gloren de eerste wijzigingen van het BBL alweer aan de horizon. Ten aanzien van de inhoud ervan moeten nog enige slagen om de arm worden gehouden, want het betreft pas de consultatiefase van de op handen zijnde wijzigingen. Naar verwachting zullen de meeste wijzigingen daadwerkelijk hun plek gaan opeisen in het BBL. Veel van deze eisen raken aan het onderwerp duurzaamheid. Wij zetten de extra duurzaamheidseisen, die vooralsnog dus in de pijpleiding zitten om te worden opgenomen in het BBL (en de onderliggende regelgeving), in deze blog kort voor u op een rij.

De invoering van een minimumeis voor ‘’natuurinclusief’’ bouwen

Het BBL gaat eisen dat een nieuw te bouwen bouwwerk voldoende nest-, rust- of verblijfplaatsen heeft. Het gaat daarbij om nest-, rust- of verblijfsplaatsen voor de beschermde diersoorten (huismus, de gierzwaluw en verschillende soorten vleermuizen) die voor die plaatsen van het bouwwerk afhankelijk zijn. In de toelichting bij de voorgenomen wijziging worden enkele voorbeelden van dit soort plaatsen genoemd: de tussenspouw, de boeiboorden of boeidelen (de aftimmering van de dakgoot), de sierbetimmering aan de buitenzijde van het gebouw of woning, de sierschoorstenen, of in te metselen neststenen, speciale dakpannen.

De mogelijkheid voor een maatwerkvoorschrift voor zon op daken

Het BBL wordt uitgerust met een bevoegdheid tot vaststelling van een maatwerkvoorschrift in verband met de benutting van daken voor hernieuwbare energie. Het gebruik van daken voor hernieuwbare energie wordt gezien als effectief ruimtegebruik. De bevoegdheid kan worden ingezet voor alle functies die aan een gebouw zijn toegekend, behalve voor de woonfunctie. Het gaat verder om de gebouwen met een gebruiksoppervlakte van 250m2 of meer. In een maatwerkvoorschrift kan maximaal worden ingezet op de eisen die gelden voor nieuwbouw, op de uitgezonderde functies na (waaronder de gebruiksfunctie van industrie). Voor die gebruiksfuncties kan maximaal de aansluiting worden gezocht bij het gebouwgebonden energiegebruik van die gebruiksfuncties.

De aanscherping van de milieuprestatie-eisen voor woningen en kantoren

De milieuprestatie-eisen aan voor woningen en kantoren worden aangescherpt in het BBL. De huidige milieuprestatie-eis (milieu-impactscore) is gesteld op 0,8 voor woningen en 1,0 kantoren. Op basis van de huidige bepalingsmethode gaat de nieuwe eis van 0,5 respectievelijk 0,85 gelden. In het pakket van wijzigingen van het BBL zit echter ook een herziening van de bepalingsmethode. Die herziening leidt tot een hogere te berekenen impactscore. De reden is kort samengevat dat voor de berekening van de impactscore naar meerdere/nieuwe milieucategorieën wordt gekeken. Bij de bepalingsmethode is aangesloten bij de in 2019 herziene Europese norm (EN15804:+A2).

De invoering van milieuprestatie-eisen voor andere gebruiksfuncties

Andere gebruiksfuncties krijgen te maken met de invoering van een milieuprestatie-eis. Zo krijgen bijvoorbeeld sportcomplexen of winkels ook te maken met een milieuprestatie-eis. De meeste van die andere gebruiksfuncties krijgen een milieuprestatie-eis (milieu-impactscore) van 1,85.

Speciale berekening milieuprestatie voor gebouw met meerdere gebruiksfuncties

In de praktijk wordt het lastig ervaren als in een gebouw meerdere gebruiksfuncties zijn ondergebracht waarbij geen sprake is van een overheersende gebruiksfunctie (afgemeten tegen de achtergrond van de gebruiksoppervlakte). Het BBL gaat hiervoor een oplossing bieden. Voor gebouwen met meerdere gebruiksfuncties gaat een milieuprestatie-eis gelden voor het gehele gebouw. De milieuprestatie-eis wordt per gebruiksfunctie naar gebruiksoppervlakte gewogen. Dat betekent dat de milieuprestatie van het gebouw moet worden getoetst aan de naar gebruiksoppervlakte gewogen milieuprestatie-eisen van de in dat gebouw aanwezige gebruiksfuncties waarvoor een eis geldt. Voorwaarde is wel dat het gebouw zich op één en hetzelfde perceel bevindt.

Bepaling onderdelen bouwwerk voor de berekening van de milieuprestatie

Het BBL wordt uitgerust met een bepaling wat in de berekening van de milieuprestatie moet worden opgenomen. Het gaat concreet om de vaststelling welke elementen in, aan en buiten een gebouw moeten worden meegenomen in de berekening van de milieuprestatie. De precieze uitwerking loopt mee met de onderliggende regeling. In de toelichting is aangegeven dat deze bepaling inhoudelijk gelijk is aan de wijze die tot nu toe al via de stichting Nationale Milieudatabase (hierna: stichting NMD) werd gecommuniceerd. De wijzigingen (kunnen) gaan zorgen voor extra duurzaamheidseisen aan gebouwen. Het is goed om nu al bewust te zijn van de voorgenomen wijzigingen, zodat u waar nodig hiermee rekening kunt houden. De consultatiefase is vaak de eerste stap in de wijziging van regelgeving en geeft doorgaans een goede indicatie van welke kant het opgaat. Wij houden vanzelfsprekend het verdere verloop van de voorgestelde wijzigingen in het BBL (en de onderliggende regelgeving: de Omgevingsregeling) in de gaten.   Heeft u vragen? Neem vrijblijvend contact op met Annelies Plooij of een van de andere specialisten van het team Vastgoed, Bouw en Overheid. Zij kunnen u desgewenst van verdere informatie voorzien en proberen uw vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.