Ondanks het feit dat een werknemer zijn targets heeft gehaald, mag een werkgever wegens slechte bedrijfsomstandigheden weigeren de bonus uit te keren. De kantonrechter Amsterdam kwam tot dit oordeel in zijn uitspraak van d.d. 3 juli jl. De omstandigheid dat een aantal werknemers wél een bonus heeft ontvangen, doet hier niets aan af.
Een bonusregeling kent vele verschijningsvormen. Veelal draait het om een geldelijke beloning die vooraf afhankelijk wordt gesteld van de uitkomsten van de te verrichten arbeid. Te denken valt aan een omzet- of winstdrempel. Veel van deze bonusregelingen bevatten daarnaast een discretionaire bevoegdheid van de werkgever. Op basis daarvan kan een werkgever – ongeacht de uitkomst van de te verrichten arbeid – besluiten af te wijken van een bonusregeling. Onbegrensd is deze afwijkingsmogelijkheid overigens niet. De discretionaire bevoegdheid wordt namelijk genormeerd door de redelijkheid en billijkheid. Een werkgever kan dan ook niet op onredelijke gronden besluiten de bonusregeling niet na te komen.
In een zaak die speelt voor de Kantonrechter Amsterdam is er discussie over toekenning van een bonus. De bonusregeling van de werknemer in kwestie bevat een discretionaire bevoegdheid van de werkgever, die als volgt is geformuleerd:
[..] Tevens behoudt de directie zich het recht voor om in individuele gevallen van deze regeling af te wijken.[..]
Vast staat dat de werknemer over het jaar 2011 een dusdanige omzet heeft gerealiseerd, waardoor hij in beginsel aanspraak maakt op de bonus. De directie besluit echter wegens slechte bedrijfsomstandigheden geen bonus uit te keren aan de betreffende werknemer. Het bedrijf lijdt namelijk al enkele jaren verlies. Omdat aan enkele andere werknemers wel een bonus is toegekend, stapt de werknemer naar de kantonrechter. De kantonrechter stelt eerst vast dat de directie bij de invulling van haar afwijkingsbevoegdheid een discretionaire bevoegdheid toekomt, die wordt begrensd door de eisen van redelijkheid en billijkheid. De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de directie de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid heeft overschreden.
Naar het oordeel van de kantonrechter mocht de werkgever – gezien de slechte financiële situatie – besluiten de bonus niet toe te kennen, ook al heeft de werknemer zijn targets gehaald. Daarmee heeft de werkgever de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid niet overschreden. Het enkele feit dat aan een aantal werknemers wel een bonus is toegekend, maakt de belangenafweging van de werkgever niet onredelijk. Het is volgens de kantonrechter namelijk niet onbegrijpelijk dat de directie – ter stimulering van de inzet en behoud van deze werknemers – enkele andere werknemers wél met een bonus heeft beloond. De vordering van de werknemer wordt dan ook afgewezen.
Implicaties
Het zal voor een werknemer moeilijk te accepteren zijn als hij geen bonus ontvangt, terwijl hij wel zijn targets haalt. De discretionaire bevoegdheid van een werkgever bij een bonusregeling staat in beginsel dan ook op gespannen voet met het ook in de rechtspraak erkende uitgangspunt dat toekenning van een bonus dient te geschieden aan de hand van vooraf vastgestelde en beoordeelbare prestatiecriteria.[1] Onderhavige uitspraak laat echter zien dat een werkgever wel gebruik kan maken van zijn discretionaire bevoegdheid indien het bedrijf in zwaar weer verkeert.
[1] Vgl. Ktr. Zwolle 30 juni 2005, LJN AT8633.