Kennisbank

Huwelijkse voorwaarden: de fiscus weet er (geen) raad mee

Geschreven door Admin | 17-jul-2011 4:00:00

Wanneer partijen in gemeenschap van goederen met elkaar trouwen, vindt tussen hen boedelmenging plaats. Dat betekent dat het vermogen van de een en de ander op het moment van huwelijkssluiting in elkaar smelt. Vanaf dat moment is er één vermogen waartoe twee personen gerechtigd zijn. Dat is niet het geval als partijen trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Het vermogen van de man blijft van hem en dat van de vrouw van haar.

Nu is er bij echtparen vaak behoefte om het vermogen dat de een heeft vergaard met de ander te delen. Daartoe bestaat de mogelijkheid als partijen in huwelijkse voorwaarden een periodiek of facultatief verrekenbeding opnemen. Zo’n verrekenbeding brengt geen verandering in de eigendomsverhoudingen, maar partijen zijn dan gehouden periodiek of op het moment waarop zij dat willen (een deel van) hun vermogen met de ander te verrekenen. De vermogensoverheveling, die daardoor ontstaat, is niet fiscaal belast. Daarvoor geldt hetzelfde als bij een verdeling van een gemeenschap van goederen: dat gebeurt ook fiscaal neutraal.

Verder bestaat de mogelijkheid dat partijen in hun huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding opnemen. Volgens zo’n beding dienen zij met elkaar af te rekenen op het moment waarop het huwelijk eindigt. Zo’n finaal verrekenbeding kan worden afgesproken voor het geval het huwelijk eindigt door overlijden. Ook is het mogelijk een finaal verrekenbeding op te nemen voor het geval sprake zal zijn van echtscheiding. Een finaal verrekenbeding bij overlijden wordt meestal zo ingekleed, dat partijen bij overlijden worden geacht met elkaar af te rekenen als waren zij in gemeenschap van goederen gehuwd. Gevolg van zo’n bepaling is dat tot de nalatenschap een waarde behoort, die gelijk is aan de helft van het vermogen van de erflater. De erfgenaam bespaart daarmee meestal een groot bedrag aan erfbelasting. Een finaal verrekenbeding bij echtscheiding leidt ertoe dat partijen op dat moment verplicht zijn vermogen over te hevelen, zonder dat dat tot schenkbelasting leidt. Dat is dan weer een geluk bij een ongeluk: men moet betalen, maar de inspecteur van belastingen stuurt geen rekening.

Dit artikel werd tevens gepubliceerd in het tijdschrift Belasting Magazine, juni 2011.