Algemene prijsaankondigingen wekken steeds vaker de interesse van (Europese) toezichthouders. Zeker als deze aankondigingen leiden tot coördinatie van marktgedrag. Dit fenoneem wordt ook wel ‘signalling’ genoemd. In 2014 baarde de toezegging van de Mobiele Operators aan de ACM nog veel opzien omdat het één van de eerste keren was dat een toezichthouder kenbaar maakte mededingingsproblemen te zien bij openbare vormen van informatie-uitwisseling. ACM zag mededingingsrisico’s in het publiekelijk bekend maken van voorgenomen marktgedrag (vooral als dit werd gedaan in een setting waar voornamelijk concurrenten aanwezig waren). De telecombedrijven hebben ACM beloofd dit soort uitlatingen voortaan achterwege te laten. Daarmee waren voor ACM de mededingingsrisico’s ook weggenomen en werd het onderzoek gesloten. Vorige maand maakte de Britse mededingingstoezichthouder Competition and Markets Authority (CMA) een einde aan de bestaande praktijk bij cementproducenten om jaarlijks algemene prijsaankondigingen naar hun afnemers te sturen. In de cementindustrie zijn afnemers veelal ook concurrenten. De CMA zag hierin risico’s voor de mededinging omdat deze brieven de cementproducenten in staat zouden stellen hun marktgedrag af te stemmen door het coördineren van hun verkoopprijzen (de prijsverhogingsbrieven zouden kunnen dienen als een ‘focal point’ voor prijsonderhandelingen met afnemers).
Zeer recent leverde ook de Europese Commissie een bijdrage aan de discussie rondom ‘signalling’. Deze week maakte de Europese Commissie bekend voornemens te zijn het onderzoek dat zij in 2013 is gestart naar vermeende kartelvorming tussen 15 rederijen (wereldwijd actief in de containerlijnvaart) af te doen met een toezegging. Het vermoeden bestond dat de rederijen prijzen op elkaar afstemden via openbare prijsaankondigingen. Zij deden dit zowel op hun websites als ook via persberichten. Door toezeggingen te doen die betrekking hebben op communicatie met betrekking tot hun prijsbeleid hopen de rederijen de door de Europese Commissie gesignaleerde mededingingsrisico’s weg te nemen.
Commentaar:
De toezegging is een wijze van afdoening die steeds populairder wordt. De toezegging is een (handhavings)instrument dat zowel door de Europese Commissie als de meeste Europese toezichthouders gebruikt wordt. Voor ondernemingen heeft een toezegging als groot voordeel dat een lopend kartelonderzoek wordt afgerond zonder boete en zonder de vaststelling dat er daadwerkelijk een overtreding heeft plaatsgevonden. Voordeel voor de autoriteiten is dat de toezegging een snelle manier is om oplossingen in een markt te kunnen realiseren (zonder het vooruitzicht van jarenlange juridische procedures). Een nadeel van een toezeggingsbesluit is dat doorgaans een rechterlijke toets ontbreekt waardoor het lastig is te beoordelen welke waarde aan het besluit gehecht moet worden. Het standpunt dat in het toezeggingsbesluit door een toezichthouder wordt ingenomen hoeft niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de rechter te zijn. Vertaald naar de problematiek rondom publieke prijsaankondigingen zou een eenduidig en richtinggevend standpunt welkom zijn. In de praktijk is namelijk niet altijd duidelijk waar nu precies de grens ligt tussen gedragingen die wel zijn toegestaan en gedragingen die in strijd zijn met de mededingingsregels. In het geval van publieke prijsaankondigingen gaat het daarbij om de vraag wanneer er nog sprake is van een puur eenzijdige gedraging dan wel dat een dergelijke publieke uitlating (wanneer meer concurrenten volgen) onderdeel is van een (al dan niet stilzwijgende) vorm van onderlinge coördinatie? In dat laatste geval is sprake van ‘signalling’.
Hoe dan ook valt uit de recente ontwikkelingen af te leiden dat eenzijdige (publieke) openbaarmaking van commercieel gevoelige informatie risico’s voor ondernemingen met zich brengt. Zeker in markten met relatief weinig spelers en waar sprake is van homogene producten (zoals het geval was bij de telecombedrijven). Ondernemingen dienen zich hiervan bewust te zijn. De rederijen zullen ongetwijfeld opgelucht zijn dat het onderzoek (zeer waarschijnlijk) afgerond zal worden met een toezegging en zij boetevrij met de schrik vrijkomen. Voor de rechtspraktijk was een formeel handhavingstraject met als uitkomst meer gerichte guidance over de grenzen van ‘signalling’ echter meer dan welkom geweest.
Meer weten? Neem vrijblijvend contact op met Silvia Vinken en/of Minos van Joolingen.