Steeds vaker schakelen werkgevers tijdelijk of permanent werknemers van buiten de Europese Unie in. Om de groeiende behoefte aan hoogopgeleid personeel op een betaalbare en relatief gemakkelijke wijze te faciliteren, kent Nederland de zogeheten kennismigrantenregeling. Het voordeel van deze regeling is dat de werkgever van een kennismigrant in beginsel niet in het bezit hoeft te zijn van een tewerkstellingsvergunning.
Om als werkgever kennismigranten in dienst te kunnen nemen, is erkenning als referent verplicht. De erkenning als referent dient te worden aangevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De IND controleert bij de aanvraag of de werkgever voldoende solvabel is om het salaris van de kennismigrant te voldoen. Ook wordt onderzocht of de werkgever in het verleden al te maken heeft gehad met boetes en gerelateerde overtredingen.
Erkenning als referent brengt voor de werkgever een aantal plichten met zich mee.
Zo is de werkgever verplicht wijzigingen te melden aan de IND als die van invloed kunnen zijn op het verblijfsrecht van de kennismigrant, bijvoorbeeld als het dienstverband wordt beëindigd. Ook is de werkgever verplicht om relevante informatie over de kennismigrant te verzamelen en te bewaren, waaronder de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit en een kopie van het paspoort.
Om als kennismigrant in Nederland werkzaam te kunnen zijn, gelden de volgende voorwaarden:
Bovengenoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Als erkend referent mag de werkgever namens de kennismigrant verblijfsaanvragen indienen en bezwaar en beroep instellen indien de aanvraag wordt afgewezen. Voor een verblijf van meer dan 90 dagen heeft een kennismigrant een verblijfsvergunning nodig, tenzij de kennismigrant uit een land komt dat behoort tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. De verblijfsvergunning ziet enkel op het verblijven van een vreemdeling in Nederland. Indien de vreemdeling daadwerkelijk arbeid wil gaan verrichten, is een tewerkstellingsvergunning vereist. Zoals al eerder genoemd, hoeft voor een kennismigrant in beginsel geen tewerkstellingsvergunning te worden aangevraagd.
Bij het indienen van een verblijfsaanvraag heeft de erkend referent recht op een versnelde procedure. De IND gaat in deze procedure na of er bezwaren zijn tegen de toelating vanwege de openbare orde of veiligheid. Indien de uitslag van het onderzoek positief is bevonden door de IND, wordt een verblijfsvergunning verleend.
Afhankelijk van het oorspronkelijke woonland van de kennismigrant, is voor het ophalen van de verblijfsvergunning een zogeheten machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) vereist. Een MVV is een inreisvisum en kan worden verkregen bij de Nederlandse ambassade. Met de MVV kan de kennismigrant naar Nederland komen om de verblijfsvergunning bij de IND op te halen.
Voor kennismigranten uit de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte, Zwitserland, Australië, Canada, Japan, Monaco, Vaticaanstad, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en Zuid-Korea is geen MVV vereist. De verblijfsaanvraag kan dan al worden ingediend op het moment dat de kennismigrant in Nederland is. Het wordt echter aangeraden om de aanvraagprocedure te starten als de kennismigrant nog niet in Nederland is gearriveerd.
Een Nederlandse werkgever wil een Braziliaanse kennismigrant in dienst nemen.
Stap 1:
Erkenning als referent
De werkgever dient zich eerst als referent bij de IND te laten erkennen.
Stap 2:
Start aanvraag verblijfsvergunning
Nadat de IND de aanvraag voor erkend referent heeft geaccepteerd, start de werkgever de aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning.
Stap 3:
MVV
Aangezien de kennismigrant uit Brazilië komt, is een MVV vereist. De werkgever moet de aanvraag voor een MVV en de verblijfsvergunning tegelijkertijd bij de IND indienen.
Stap 4:
Beslissing IND: AAN DE SLAG
Na verlening van de MVV en de verblijfsvergunning heeft de kennismigrant een beperkte periode om zijn MVV en de verblijfsvergunning op te halen. Daarna kan hij aan de slag bij de werkgever.
Zowel voor de werkgever als de werknemer is het belangrijk om te weten wat de verantwoordelijkheden en plichten bij het gebruik van de kennismigrantenregeling zijn. De sectie Arbeidsrecht adviseert u daarover graag. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ea Visser, Bibiche van Berkel of Karen Knook.