Kennisbank

Opschorting en verrekening in B2B-contract

Geschreven door Banning | 15-jan-2025 9:11:14

Inleiding

De vraag is of een contractueel verrekeningsverbod in de weg staat aan opschorting door de wederpartij ter verkrijging van schadevergoeding. De Hoge Raad, de hoogste civiele rechter, heeft in een zaak (HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3072) beslist, dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het contractueel verrekeningsverbod belette dat een betalingsverplichting werd opgeschort met een beroep op een eis tot schadevergoeding.

De Hoge Raad wijst erop dat de bevoegdheid tot opschorting er toe strekt pressie uit te oefenen, opdat de aan die partij toekomende schadevergoeding wordt voldaan. Die opschortingsbevoegdheid wordt niet beïnvloed door het contractuele verrekeningsverbod.

Verbod tot opschorting

Voor een beroep op een opschortingsrecht is op zichzelf vereist, dat de vordering van de wederpartij, die een beroep doet op opschorting, opeisbaar is.
Dit betekent niet dat een opschortingsrecht geen stand kan houden, omdat de omvang van de schade van degene die zich op het opschortingsrecht beroept voorshands niet vaststaat. Ook indien de omvang van de schadevordering pas in een later stadium komt vast te staan, bijvoorbeeld na bewijslevering dan wel in een afzonderlijke procedure, is die vordering opeisbaar vanaf het moment dat schade is geleden en aan de voorwaarden van aansprakelijkheid is voldaan.

Daarbij geldt wel dat het op de weg van degene ligt die zich op het opschortingsrecht beroept, zijn gestelde tegenvordering en omvang daarvan voldoende te onderbouwen.

Tegen de achtergrond daarvan moet de rechter die over een opschortingsrecht oordeelt, onderzoeken of de gestelde tegenvordering bestaat en of de omvang daarvan voldoende is om het beroep op een opschortingsrecht te kunnen rechtvaardigen. Indien nog bewijslevering of een afzonderlijke procedure moet volgen voordat (de omvang van) de tegenvordering van de partij die zich ter verrekening op een opschortingsrecht beroept, vaststaat, mag bij de beoordeling of de opschorting gerechtvaardigd is, worden volstaan met een voorshands oordeel omtrent (de omvang van) die tegenvordering.

Op zichzelf bestaat de mogelijkheid dat de gestelde tegenvordering achteraf een andere omvang blijkt te hebben dan de rechter aannemelijk heeft geacht. Dat brengt echter niet mee dat het beroep op een opschortingsrecht op die enkele grond geen stand kan houden.

Gelet op het vorenstaande is er alle reden om te bezien of ook het recht op opschorting contractueel moet worden beperkt of uitgesloten. In dat verband zij opgemerkt dat de wettelijke regeling ter zake in B2B-relaties van regelend recht is.

Verbod tot verrekening

Een contractueel verrekeningsverbod is dus ook mogelijk. De wettelijke regeling over verrekening is in B2B- relaties van regelend recht. Partijen kunnen daarvan in een contract afwijken.

Praktijktip

Er is genoeg aanleiding om in B2B-relaties in een contract ook goed na te denken over een regeling inzake de (on)mogelijkheid van opschorting en verrekening.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Marc Janssen of met één van de andere leden van de sectie Procedures & Geschillenbeslechting.