Skip to Content

Opzegging van een gekoppelde huur- en franchiseovereenkomst; wat kan een franchisenemer doen?

Publicaties

In een uitspraak van 12 augustus 2015 oordeelde de rechtbank Rotterdam over een zaak waarin een franchisenemer vorderde dat zijn voormalige advocaat zou worden veroordeeld om aan hem schadevergoeding te voldoen. De franchisegever stelde zich op het standpunt dat de franchise- en de huurovereenkomst waren komen te eindigen.

Uiteindelijk was een schikking getroffen waarbij de franchisenemer activa aan de franchisegever verkocht. Achteraf was hij daar toch niet gelukkig mee. Hij meende dat zijn advocaat als insteek had moeten kiezen dat de overeenkomsten nog steeds van kracht waren. De franchisenemer dient, aldus de rechtbank, eerst te bewijzen dat hij aan zijn voormalige advocaat ook opdracht heeft gegeven om de nakoming van de overeenkomsten te vorderen. De rechtbank overweegt vervolgens dat indien de franchisenemer in het leveren van dat bewijs slaagt de advocaat inderdaad een beroepsfout heeft gemaakt. De rechtbank meent dat een gerechtelijke procedure over het in stand blijven van de overeenkomsten voor de franchisenemer niet bij voorbaat kansloos was. Dat is een interessante overweging.

Egbert Schelhaas schreef voor het tijdschrift Franchise & Recht een publicatie over bovengenoemde onderwerp. Klik op onderstaande button om het gehele artikel te lezen.