Zoals in mijn vorige blog over ‘Gebiedsontwikkeling en kostenverhaal in de Omgevingswet’ is het verhalen van kosten voor publieke voorzieningen ook mogelijk als een gebied zogenoemd ‘organisch’ wordt ontwikkeld.
Met het organisch ontwikkelen wordt gedoeld op het feit dat de Omgevingswet het mogelijk maakt dat het omgevingsplan (voorheen het bestemmingsplan) geen tijdvak voor de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en activiteiten is vastgesteld.
Bij organische gebiedsontwikkelingen is namelijk nog niet helemaal duidelijk hoe het gebied zich in de toekomst zal ontwikkelen. Dat geldt dus ook voor de publieke voorzieningen waarvoor het kostenverhaal wordt aangewend. Het verhaal van kosten, dus het toedelen van de kosten aan de kostendragers, wordt daarmee ingewikkelder als het eindbeeld van de ontwikkeling nog niet bekend is.
‘Organisch’ ontwikkelen en kostenverhaal
Hiermee maakt de aanvullingswet het ook mogelijk om kosten te verhalen als een gebied zogenoemd ‘organisch’ wordt ontwikkeld of als de regie van de ontwikkeling meer aan initiatiefnemers wordt overgelaten. De bedoeling is dat hiermee beter kan worden ingespeeld op de maatschappelijke opgaven in de fysieke leefomgeving, zoals klimaatadaptatie en de energietransitie.
De wet verzekert nu dat er bij kostenverhaal zonder dat in het omgevingsplan een tijdvak is opgenomen voor de uitvoering van de werken etc. geen terugbetaling plaats hoeft te vinden als bij de eindafrekening blijkt dat de betaalde kosten zijn besteed aan andere kostenposten dan die waarvan bij het vaststellen van het verschuldigde bedrag oorspronkelijk is uitgegaan. Als gevolg hiervan is flexibiliteit in de vorm van uitwisseling van kostensoorten mogelijk.
Met andere woorden: als de plannen in een gebied tussendoor veranderen, dan kan ook de besteding van het door een initiatiefnemer betaalde bedrag vanuit kostenverhaal zich wijzigen. Als bijvoorbeeld bij de start van de ontwikkeling voorzien is in een trambaan, maar de gelden worden uiteindelijk aangewend voor een busbaan of een fietsverbinding dan kan de ontvangen bijdrage daaraan worden besteed.
Als voorwaarde geldt wel dat het moet gaan om kosten die op grond van de wet verplicht moeten worden verhaald en dat het kostenplafond in het omgevingsplan niet wordt overschreden. De regeling gaat overigens alleen over het recht op terugbetaling en biedt geen aanspraak voor de overheid tot het opeisen van een aanvullende bijdrage.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u andere bestuursrechtelijke vragen, neem dan contact met Marga van Gerwen of één van de andere specialisten van de sectie Vastgoed, Bouw & Overheid op.