Outfittery moet inbreuk op beeldmerk Van Guard staken
BlogsIntellectueel Eigendomsrecht
Logo’s kunnen als merk worden geregistreerd. Zulke merkrechten worden ook wel beeldmerken genoemd. Met een beeldmerk kan de merkhouder optreden tegen het gebruik van een teken dat lijkt op zijn beeldmerk, indien door dat gebruik verwarring kan ontstaan. Zo oordeelde rechtbank Amsterdam onlangs in een kort geding dat het logo van de Duitse fashiononderneming Outfittery inbreuk maakt op het Van Guard beeldmerk van Commander. Outfittery dient het gebruik van haar logo te staken.
Wat was er aan de hand?
Commander heeft een beeldmerk in de vorm van een gevleugelde leeuw, dat is geregistreerd voor onder meer kleding, parfums en lederwaren (zie afbeelding 1 hieronder). Just Brands heeft een licentie op dit merk, en exploiteert het in combinatie met het woordmerk VAN GUARD.
Commander en Just Brands constateren dat Outfittery gebruik maakt van een nieuw logo dat lijkt op het beeldmerk van Commander (zie afbeelding 3). Eerder maakte Outfittery gebruik van een ander logo (zie afbeelding 2).
Is er sprake van merkinbreuk?
Volgens Outfittery maakt zij geen merkinbreuk. Zij stelt dat Commander en Just Brands al vanaf 2012 op de hoogte waren van het oude logo van Outfittery. Dat beeldmerk bestond eveneens uit een zwart/wit silhouet, van een gevleugeld en naar rechts kijkend fantasieroofdier met vier poten en een opengeslagen vleugel op de rug. Commander en Just Brands hebben dat oude logo 5 jaar gedoogd, dus dan kan Commander het nieuwe logo niet langer aanvallen: dat bestaat immers ook uit zo’n silhouet. Bovendien lijkt het teken van Outfittery niet op het merk van Commander. De waren en diensten evenmin. Outfittery geeft namelijk een persoonlijk kleding advies, en stelt dan een box met kleding samen. De diensten van Outfittery en de Van Guard producten liggen hoogstens in elkaars verlengde.
Maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Dat Commander en Just Brands geen bezwaar hebben gemaakt tegen het eerdere logo van Outfittery, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat zij dat logo bewust hebben gedoogd, laat staan 5 jaar lang. Bovendien gaat dat al dan niet ‘gedogen’ om het eerdere logo van Outfittery, en kan dat vermeend gedogen niet zomaar worden betrokken op het nieuwe logo van Outfittery. Dat is nu eenmaal niet hetzelfde logo.
Maatstaf merkinbreuk door verwarringsgevaar
Uitgangspunt is dat het is verboden gebruik te maken van een teken, dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk en in het economisch verkeer wordt gebruikt met betrekking tot gelijke of overeenstemmende waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien daardoor bij het publiek verwarring bestaat.
Vergelijking merk en teken
Bij de vergelijking van merk en teken moet worden uitgegaan van de totaalindrukken van het merk en het teken. Daarbij wordt meer gewicht toegekend aan de punten van overeenstemming dan aan de punten van verschil.
De rechtbank is het met Commander en Just Brands eens, dat er sprake is van visuele overeenstemming tussen het merk en het teken. De onderscheidende en dominerende bestanddelen die de overeenstemmende totaalindruk bepalen zijn:
het zwart-wit silhouet
het onderlijf van een leeuw met vier zichtbare poten
de trotse opgerichte pose
de opengeslagen vleugel op de rug
de positionering naar rechts kijkend
de krulstaart met de kwast
Daarbij is volgens de rechtbank van belang dat merk en teken doorgaans niet rechtstreeks door de consument met elkaar kunnen worden vergeleken, waardoor rekening moet worden gehouden met het onvolmaakte herinneringsbeeld dat bij het publiek achterblijft na waarneming van merk of teken.
Vergelijking waren en diensten
Ook zijn de waren en diensten waarvoor merk en teken worden gebruikt, soortgelijk aan elkaar. De aard en bestemming is namelijk soortgelijk, te weten de verkoop van herenkleding. De dienst van Outfittery is complementair aan de waren die onder het merk Vanguard op de markt worden gebracht. Beide partijen richten zich op de consument die herenkleding wil kopen.
Conclusie
De rechtbank komt tot het oordeel dat verwarringsgevaar voldoende aannemelijk is. Het verwarringsgevaar wordt nog versterkt door de wijze waarop zowel merk als teken worden gebruikt, te weten kleiner afgebeeld dan de woordmerken van beide partijen en centraal gepositioneerd boven die woordmerken.
De rechtbank gebiedt Outfittery iedere inbreuk op het merk te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van EUR 1.000 per overtreding tot een maximum van EUR 250.000. Ze mag haar logo na 4 maanden niet meer voeren. Ook wordt Outfittery veroordeeld in de kosten van het kort geding van Commander en Just Brands ten bedrage van EUR 15.000 plus griffierechten, dagvaardingskosten en nakosten. Een gevleugelde uitspraak voor het VanGuard leeuwenlogo!