U zegt een contract op conform de contractuele opzegtermijn: moet u dan toch schadevergoeding betalen? Meestal niet. Het uitgangspunt van het Nederlandse contractenrecht is contractsvrijheid. Maar soms kan een korte opzegtermijn onredelijk zijn gelet op de individuele omstandigheden, zelfs als het concreet is afgesproken. In dat geval bestaat er een risico dat er een schadevergoeding moet worden betaald. Een bepaling van een overeenkomst is niet van toepassing wanneer deze in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Onder normale omstandigheden is een overeengekomen opzegtermijn, zeker als het gaat om professionele partijen, niet snel onaanvaardbaar. Op 16 januari 2024 oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch echter in een geschil tussen twee professionele partijen dat de overeengekomen opzegtermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was vanwege gewijzigde omstandigheden.
Eisers (Get Moving B.V. en Bosch Transport B.V., hierna tezamen: “Get Moving c.s.”) bezorgden sinds respectievelijk omstreeks 2008 en 2011, pakketten voor DPD. De contracten voor deze samenwerking zijn sinds eind 2012 / begin 2013 ongewijzigd gebleven, echter de samenwerking is sindsdien wel substantieel uitgebreid. Ter illustratie, Get Moving c.s. reed aan het begin van de samenwerking ongeveer 4 postcodegebieden voor DPD en aan het einde van de samenwerking ca. 30. Eind november 2018 heeft DPD de overeenkomsten met Get Moving c.s. opgezegd tegen 1 januari 2019. DPD deed dit onder verwijzing naar artikel 27 van de met Get Moving c.s. gesloten overeenkomsten. Dit artikel bepaalt onder meer het volgende:
“(…) 27.2. De Overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van één jaar en wordt daaropvolgend telkens stilzwijgend verlengd voor de duur van telkens één jaar.
27.3. Zowel de Expediteur als de Ondernemer kan de Overeenkomst opzeggen. Opzegging dient schriftelijk te geschieden tegen het einde van de maand en met een opzegtermijn van één maand.”
Get Moving c.s. was het niet eens met de opzegging. Zij stelde door de opzegging veel schade te hebben geleden, onder meer vanwege (onvoorziene) ontslagvergoedingen, loonkosten en opzegging van de huurovereenkomsten van bestelbussen. Get Moving c.s. maakte een kort geding aanhangig waarin zij primair vorderde de opzegging ongedaan te maken en DPD te veroordelen de overeenkomsten na te komen. Subsidiair vorderde Get Moving c.s. aan de opzegging een langere opzegtermijn te verbinden en meer subsidiair DPD te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding. Bij vonnis van 28 februari 2018 wees de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant alle vorderingen af. Get Moving c.s. liet het er niet bij zitten en stelde met succes hoger beroep in bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Hierna staan wij stil bij de belangrijkste overwegingen uit het arrest.
Het Hof zet allereerst het juridisch kader voor opzegging van duurovereenkomsten uiteen. Het Gerechtshof licht toe dat wanneer een bepaalde opzegregeling is opgenomen in een duurovereenkomst, de eisen van redelijkheid en billijkheid mee kunnen brengen dat aan de opzegging nadere eisen kunnen worden gesteld, afhankelijk van de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval (zie Hoge Raad 2 februari 2018 (Goglio/SMQ Group) en Hoge Raad 10 juni 2016 (Alcatel-Lucent). Voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op de voet van artikel 6:248 lid 1 BW is plaats indien een overeenkomst ter zake van een bepaald onderwerp een leemte bevat. Of de overeenkomst een leemte bevat, moet worden bepaald door uitleg van de overeenkomst.
Volgens het Hof is sprake van een leemte in de overeenkomsten, omdat partijen de opzegregeling niet hebben aangepast aan de intensivering van de samenwerking. Tegen de achtergrond van de langdurige, in de loop van de jaren sterk geïntensiveerde samenwerking tussen partijen, de wijze waarop partijen aan de samenwerking uitvoering gaven, de daardoor bij Get Moving c.s. ontstane redelijke verwachtingen en de afhankelijkheid van Get Moving c.s. van de met de opdrachten van DPD te realiseren omzet is DPD door een opzegtermijn van een maand in acht te nemen naar het oordeel van het hof onvoldoende tegemoetgekomen aan het gerechtvaardigde belang van Get Moving c.s. bij een opzegging tegen een langere termijn. Het voorgaande betekent dat DPD toerekenbaar is tekortgeschoten jegens Get Moving c.s. door conform de opzegregeling de overeenkomsten op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Op basis van deze toerekenbare tekortkoming kunnen Get Moving c.s. aanspraak maken op vergoeding van de hieruit voor hun voortvloeiende schade (artikel 6:74 BW). Voor het vaststellen van de hoogte van de schade verwijst het Hof partijen door naar de schadestaatprocedure.