Inleiding
Op 29 november jl. heeft de Hoge Raad in een aantal zaken uitspraak gedaan (waaronder ECLI:NL:HR:2024:1709) over de beëindiging door de franchisegever van franchiseovereenkomsten. Franchisegever heeft de franchiseovereenkomsten met haar vier franchisenemers opgezegd; zij stopt met de franchiseformule om bedrijfseconomische redenen dus zonder dat daaraan ten grondslag ligt een verwijt aan de franchisenemers. In de franchiseovereenkomsten staat een opzeggingsbevoegdheid voor de franchisegever met een opzegtermijn van 13 maanden met als grond dat van haar in redelijkheid niet kon worden gevergd de franchiseovereenkomst te laten voortduren.
Zowel kantonrechter als hof hebben geoordeeld dat de opzegging door de franchisegever gerechtvaardigd is in verband met zwaarwegende bedrijfseconomische belangen. Het hof heeft daarbij wel geoordeeld dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst in de weg staan aan opzegging zonder betaling van een (schade)vergoeding en heeft franchisegever veroordeeld in de vorm van verwijzing naar de schadestaatprocedure. Zowel de franchisenemers als de franchisegever stellen cassatie in bij de hoogste civiele rechter, de Hoge Raad.
De Hoge Raad
Opzegging zonder schadevergoeding
De franchisenemers klagen, dat het oordeel van het hof dat de franchisegever de franchiseovereenkomsten rechtsgeldig heeft opgezegd, niet kan worden verenigd met het oordeel van het hof dat de opzegging zonder deze te vergezellen van een (passend) aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het hof had moeten beslissen dat de opzegging niet het beoogde rechtsgevolg heeft gehad, omdat de franchisegever geen schadevergoeding heeft aangeboden, aldus de franchisenemers.
De Hoge Raad stelt voorop, dat een duurovereenkomst die – zoals hier – voorziet in een regeling van de opzegging, in beginsel op grond van die regeling opzegbaar is. Indien de wet en hetgeen tussen partijen is overeengekomen daarvoor ruimte laten, kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden.
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat.
Ook kunnen zij meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen, of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.
Verder kan een beroep op een uit de wet of een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid de duurovereenkomst op te zeggen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.
Indien de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat een opzegging gepaard moet gaan met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding, maakt het ontbreken van zodanig aanbod de opzegging in de regel volgens de Hoge Raad niet ongeldig. Wel zal de omstandigheid dat is opgezegd zonder daarbij een passende (schade)vergoeding aan te bieden, kunnen meewegen bij het vaststellen van de hoogte van de alsnog te betalen vergoeding. De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat een opzegging waarbij niet tegelijkertijd een passende (schade)vergoeding wordt aangeboden, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In een dergelijk geval is de opzegging niet geldig.
Lengte opzegtermijn en schadevergoeding: communicerende vaten?
De franchisegever klaagt over het oordeel van het hof, dat het gegeven dat de franchisenemer 23 maanden eerder van de opzegging op de hoogte was dan zij op grond van de in de franchiseovereenkomst voorgeschreven opzegtermijn van 13 maanden zou zijn geweest, niet geldt als compensatie voor de franchisenemer en niet maakt dat de opzegging van de franchiseovereenkomst zonder een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Met dit oordeel heeft het hof volgens de Hoge Raad bedoeld, dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in dit geval meebrengen dat de franchisegever bij de opzegging van de franchiseovereenkomst een vergoeding verschuldigd is. Het oordeel van het hof dat de omstandigheid dat de franchisenemer eerder dan contractueel overeengekomen op de hoogte was van de opzegging niet afdoet aan de aanspraak van de franchisenemer op een zekere (schade)vergoeding, is volgens de Hoge Raad niet onjuist of onbegrijpelijk.
Ook als de opzeggende partij een langere dan de contractuele opzeggingstermijn heeft gehanteerd, kan aanspraak op een (schade)vergoeding bestaan. In hoeverre de omvang van deze aanspraak wordt beïnvloed doordat de opzeggende partij een langere dan de contractuele opzegtermijn heeft gehanteerd en daardoor aan de wederpartij langer de mogelijkheid heeft geboden om de bedrijfsvoering aan te passen aan de situatie na opzegging, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dit kan in het onderhavige geval in de schadestaatprocedure worden beoordeeld.
Advies voor de praktijk
Het is belangrijk – want tussen professionele partijen in beginsel het uitgangspunt – in een contract een goede regeling op te nemen over opzegging. Die dient onder meer te regelen of en wanneer kan worden opgezegd, met inachtneming van welke termijn en wat de gevolgen zijn van de opzegging (e.g. schadevergoeding of juist niet, al dan niet doorleveren tijdens de opzegtermijn, het al dan niet kunnen plaatsen door partijen van (extra) opdrachten tijdens de opzeggingstermijn e.d.).
Een opzegregeling die bij het aangaan van de overeenkomst rechtmatig is, kan echter door (gewijzigde) omstandigheden tijdens de looptijd van de overeenkomst in strijd komen met de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Wanneer u voornemens bent om een duurovereenkomst door opzegging te beëindigen, is het derhalve verstandig om vooraf te analyseren of er mogelijk feiten en omstandigheden zijn die maken dat moet worden afgeweken van de overeengekomen opzegregeling, bijvoorbeeld door een langere opzegtermijn te hanteren en/of (schade)vergoeding aan te bieden. Bij het aangaan van een duurovereenkomst is het belangrijk deze ook te checken op een goede opzeggingsregeling.
Als u vragen heeft over de inhoud van deze blog, kunt u contact op nemen met Marc Janssen, Minos van Joolingen, Martijn Jongmans of Sophia Wittkämper.