Kennisbank

Strengere eisen per 1 januari 2015 voor energiezuiniger nieuwbouw

Geschreven door Admin | 4-jan-2015 5:00:00

Er gelden per 1 januari 2015 strengere energie-eisen voor nieuwbouw huizen en andere gebouwen, zoals kantoren. Deze eisen moeten bijdragen aan het doel dat kantoren in 2020 energieneutraal zijn en evenveel energie opwekken als ze verbruiken.

Deze strengere eisen gelden door de inwerkingtreding per 1 januari jl. van het Besluit van 8 september 2014, (houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de aanscherping van de  energieprestatiecoëfficiënt en van de eisen voor thermische isolatie en een wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte)  van 8 september 2014 (het “Besluit”). Het Besluit wijzigt tabel 5.1 en artikel 5.3 van het Bouwbesluit 2012 (voor wat betreft de aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt en van de eisen voor thermische isolatie). Ook het Besluit huurprijzen woonruimte en het Asbestverwijderingsbesluit 2005 worden gewijzigd.

Via deze hyperlink (klik hier) kunt u het Besluit met de wijzigingen in genoemde besluiten raadplegen.

De gewijzigde eisen gelden voor alle gevallen waarin een omgevingsvergunning niet voor 1 januari 2015 zijn afgegeven.

De aanleiding voor de wijziging van het Bouwbesluit 2012 is de vaststelling van richtlijn 2010/31/EU energieprestatie gebouwen (“herziene EPBD”). De in de herziene EPBD geformuleerde Europese doelstellingen zijn mede richtinggevend voor het Plan van aanpak Energiebesparing Gebouwde omgeving, voor het zogenoemde Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw dat op 28 juni 2012 is afgesloten tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bouwend Nederland, Neprom, NVB en Aedes en voor het Energieakkoord voor duurzame groei dat de overheid met ruim 40 betrokken organisaties op 6 september 2013 heeft afgesloten.

Met deze wijziging worden de energieprestatiecoëfficiënten van praktisch alle gebruiksfuncties waarvoor een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) geldt, aangescherpt. Het gaat daarbij ongeveer om een halvering van de EPC vergeleken met het niveau van 2007.

Op basis van genoemd artikel moeten uiterlijk 31 december 2020 alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal zijn. Voor zover het nieuwe gebouwen betreft waarin overheidsinstanties zijn gehuisvest is deze datum 31 december 2018. Een bijna-energieneutraal gebouw is een gebouw met een zeer hoge energieprestatie (zoals vastgesteld volgens bijlage I bij de herziene EPBD) waarbij de dichtbij nul liggende of zeer lage hoeveelheid energie die is vereist, in zeer aanzienlijke mate dient te worden geleverd uit hernieuwbare bronnen, en energie die ter plaatse of dichtbij uit hernieuwbare bronnen wordt geproduceerd dient te bevatten dat (artikel 2 lid 2 herziene EPBD).

Ook worden met dit wijzigingsbesluit de eisen voor de thermische isolatie aangescherpt en gedifferentieerd. Ook dit is een belangrijke maatregel om de doelstellingen van de herziene EPBD te bereiken.

De Nota van Toelichting bij het Besluit meldt dat de aanscherping van de EPC en de Rc-waarde–naast uiteraard milieueffecten- met name effecten heeft voor de toeleverende industrie, isolatiebranche en gebouweigenaren.

Onderzoek van W/E en Arcadis (Aanscherpingsstudie EPC woningbouw en utiliteitsbouw 2015, 20 december 2013) wijst uit dat de eisen met betrekking tot aanscherping van de EPC technisch goed realiseerbaar zijn met nu al vaak toegepaste maatregelen zoals een betere isolatie voor dak, gevel en vloer en ramen en een goede luchtdichtheid. Ten aanzien van de installatietechnische maatregelen moet men denken aan energiezuinige ventilatiesystemen, efficiëntere opwekkers voor ruimteverwarming en warm tapwater, en aandacht voor beperken van benodigd vermogen voor verlichting en ventilatoren. In enkele gevallen zijn zonnepanelen als maatregel meegenomen.

De aanscherping van de EPC zal op basis van de hiervoor onder het kopje nalevingskosten genoemde aantallen naar verwachting leiden tot een extra omzet voor de bouwnijverheid van jaarlijks ca. 380 miljoen euro (exclusief BTW). Dat blijkt uit het bovengenoemde onderzoeksrapport (tabel 13, pagina 30).