Werkgevers opgelet! De Hoge Raad heeft recent een uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch bevestigd. In die uitspraak bepaalde het Hof dat wanneer een werknemer verplicht tien minuten voor aanvang van zijn dienst op zijn werkplek aanwezig moet zijn, deze tijd kwalificeert als betaalde arbeidstijd.
De werknemer was in dienst als callcentermedewerker bij een callcenterbedrijf. Op de werknemer waren de zogeheten ‘Planningsregels’ van toepassing waarin de ‘10-minutenregel’ opgenomen. Deze regel houdt in dat de werknemer tien minuten voor aanvang van zijn dienst aanwezig moet zijn op de werkvloer om enkele voorbereidende handelingen te verrichten. Het ging onder andere om inloggen op de computer, het opstarten van programma's en het inschakelen van de telefoonlijn. Hierdoor kon de werknemer om 09:00 uur direct beginnen met zijn dienst/eerste telefoongesprek. In totaal namen de handelingen ongeveer twee minuten in beslag. De resterende acht minuten mocht de werknemer vrijelijk op de werkvloer besteden.
De callcentermedewerker stelde zich op het standpunt dat de tien minuten die hij voorafgaand aan elke dienst aanwezig moest zijn op de werkvloer, ten onrechte niet aan hem werden betaald.
Het callcenterbedrijf stelde dat de callcentermedewerker gedurende de genoemde tien minuten geen daadwerkelijke werkzaamheden verrichtte en geen instructies ontving. Na het inloggen kon de callcentermedewerker de resterende tijd vrijelijk besteden. Volgens het callcenterbedrijf kwalificeerden de tien minuten dan ook niet als (betaalde) arbeidstijd.
Het Hof en de Hoge Raad oordeelden dat, gezien de dwingende formulering van de Planningsregels, de werknemer verplicht was om zich tien minuten voor de aanvang van zijn dienst te melden. Daarnaast werd van de werknemer verwacht dat hij om 09:00 uur met zijn telefoondienstwerkzaamheden zou beginnen. Dit hield in dat hij vóór 09:00 uur de computer en de benodigde programma’s moest opstarten en de telefoonlijn moest activeren. De rechter concludeerde hieruit dat de 10-minutenregel niet vrijblijvend was en een verplichting voor de werknemer inhield.
Het feit dat de werknemer acht van de tien minuten naar eigen inzicht kon invullen, betekende volgens de rechter niet dat deze tijd als onbetaalde arbeidstijd kon worden gezien. De werknemer moest immers gedurende tien minuten aanwezig zijn op zijn werkplek. De rechter oordeelde dan ook dat de werknemer recht had op een nabetaling van tien minuten per dag.
Het is van belang om te benadrukken dat deze uitspraak betrekking had op een werknemer die zijn werkzaamheden op kantoor uitvoerde. In een vergelijkbare zaak oordeelde de Rechtbank Den Haag dat de 10-minutenregel bij een werknemer die vanuit huis werkte, niet als betaalde arbeidstijd kon worden aangemerkt. De rechter oordeelde in die zaak dat de werknemer, nadat zij was ingelogd, de tijd tot aanvang van haar dienst thuis vrij kon inrichten.
Werkgevers kunnen afwijkende afspraken maken over de beloning voor de arbeidstijd voorafgaand aan een dienst mits minimaal het wettelijk vastgestelde minimumloon wordt betaald. Zijn er geen afwijkende afspraken gemaakt, zoals in de bovengenoemde zaak, dan kan de werkgever verplicht zijn om het reguliere loon te betalen voor de arbeidstijd voorafgaand aan de dienst. Het kan dus lonen om afwijkende afspraken vast te leggen in bijvoorbeeld het arbeidsvoorwaardenreglement.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Sanne Jeurissen of met één van de andere leden van de sectie arbeidsrecht.