Skip to Content
  • Er zijn geen suggesties want het zoekveld is leeg.

Buma/Stemra’s Toezeggingsbesluit doorstaat met succes de gerechtelijke toets – een grondige analyse

Publicaties Mededinging & Regulering
De Rechtbank Rotterdam heeft op 27 augustus 2015 geoordeeld dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) het in 2012 gestarte onderzoek naar mogelijke mededingingsbeperkende gedragingen door Buma/Stemra mocht afsluiten. Deze beslissing kwam tot stand vanwege de toezeggingen van Buma/Stemra, die door de ACM op 3 juni 2014 bindend zijn verklaard. Deze toezeggingen volstaan om de mededingingsproblemen, die de ACM had geïdentificeerd, te verhelpen. Uit onderzoek van de ACM bleek dat de door Buma/Stemra gehanteerde voorwaarden voor aansluiting (betreffende de overdracht van muziekauteursrechten) bij Buma/Stemra risico’s voor de mededinging met zich meebrengen. De toezeggingen gedaan door Buma/Stemra zijn erop gericht deze mededingingsrisico’s weg te nemen, onder andere door een verandering aan te brengen in het aansluitbeleid en het introduceren van een procedure om een muziekauteur categorieën van rechten afzonderlijk kan overdragen aan Buma/Stemra of kan terugtrekken (opt-out). Bij het nemen van het toezeggingsbesluit, heeft de ACM ook besloten om een klacht die was ingediend door een muziekauteur tegen Buma/Stemra af te wijzen. De klager ging hier niet mee akkoord en heeft beroep aangetekend tegen zowel het toezeggingsbesluit als tegen de beslissing om zijn klacht af te wijzen. Er werden in totaal vier beroepsgronden aangevoerd. De Rechtbank Rotterdam heeft op basis van de letterlijke bewoordingen van artikel 49a van de Mededingingswet geoordeeld dat de ACM bevoegd is een toezeggingsbesluit te nemen en er een bepaalde mate van beoordelingsvrijheid toekomt. Daarom dient de rechtbank het toezeggingsbesluit op een terughoudende manier te toetsen. De rechtbank toetste het toezeggingsbesluit op basis van drie voorwaarden die worden genoemd in artikel 49a lid 2 van de Mededingingswet en kwam uiteindelijk, na het afwegen van de relevante belangen, tot de conclusie dat de toezeggingen de rechterlijke toets konden doorstaan. De beroepsgrond dat er niet voldaan was aan het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel werd door de rechtbank afgewezen, omdat dit niet verder was gemotiveerd door de klager. Door de toezegging is een deel van de klacht komen te vervallen en verder onderzoek door de ACM was niet opportuun. De overige klachten werden globaal onderzocht, maar de ACM besloot om prioriteit te geven aan andere onderzoeken en tot sluiting van het onderzoek over te gaan. Ook naar het oordeel van de rechtbank heeft de ACM genoeg onderzoek gedaan en was er voldoende reden om het onderzoek te sluiten. Het beroep van de klager werd op dit punt afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is een positief signaal voor de ACM, omdat dit de eerste keer is dat een toezeggingsbesluit in rechte is getoetst en deze de toets heeft kunnen doorstaan. Het is begrijpelijk en in lijn met andere rechtspraak dat de rechter het toezeggingsbesluit terughoudend toetst, gezien het een discretionaire bevoegdheid van de ACM betreft. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Silvia Vinken. Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Download dan hier onze eBooks en nieuwsbrieven.