Skip to Content

Twee zussen, één literaire nalatenschap: hoe zit het met de auteursrechten?

Publicaties Familie- & Erfrecht Intellectueel Eigendomsrecht Marjolein Hees Ranee van der Straaten

Uitspraak Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 januari 2024

Recent boog het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich over de vraag aan wie de auteursrechten toekomen na overlijden van een dichter. De dichter had 14 dichtbundels gepubliceerd en zijn werk was opgenomen in meer dan 50 bloemlezingen. Hij had geen testament opgemaakt. Na zijn overlijden rees de vraag: aan wie komen de auteursrechten op zijn literaire nalatenschap toe? Ondanks de geringe becijferde waarde van EUR 99,- zijn de auteursrechten voor beide zussen, de kinderen en erfgenamen van de dichter, van onschatbare emotionele waarde en zij kwamen er onderling niet uit. Eerder deelde de rechtbank de auteursrechten aan zus B toe tegen een waarde van afgerond EUR 99,-, onder de verplichting om EUR 49,- aan zus A te betalen. In hoger beroep vordert zus A dat de auteursrechten alsnog aan haar worden toegedeeld. Het hof stelt de wijze van verdeling op de voet van artikel 3:185 lid 1 BW vast, en oordeelt verder als volgt: Voor beide zussen heeft de literaire nalatenschap een grote emotionele betekenis. Beiden vinden het belangrijk dat de literaire nalatenschap in stand blijft, goed wordt beheerd en niet wordt verkwanseld. Dat punt delen ze dus. Maar de zussen hebben ook een diepgeworteld en langslepend familieconflict en daardoor al vele jaren geen contact meer met elkaar. Zus B ziet er daardoor geen heil in om met haar zus afspraken te maken over beslissingen ten aanzien van het literaire nalatenschap, zoals bij hernieuwde publicaties van de gedichtenbundels. Bovendien heeft de uitgever aangegeven dat hij niet wil dat de auteursrechten worden verdeeld, en dat hij met slechts één contactpersoon wil werken. Het hof acht toedeling van de auteursrechten aan beide zussen, of binnen een andere constructie waarbij zij beiden rechthebbende blijven, daardoor niet aangewezen. Het hof overweegt dan dat de auteursrechten thans in beheer zijn van zus B en dat zij het beheer tot op heden goed heeft gevoerd. Zus B heeft de afwikkeling ter hand genomen, de uitvaart geregeld, het leeghalen van de kamer van vader, en is de administratie gaan beheren. Dat kon – zo is het Hof gebleken – dus aan haar worden toevertrouwd en daarbij heeft zij ook de belangen van haar zus in acht genomen. Bovendien was het voor zus B lastig om in contact te komen met zus A. Het Hof zegt niet dat zus A het beheer niet zou kunnen voeren, maar is van oordeel dat het bij zus B zeker in goede handen is, zodat de bescherming en het behoud van de literaire nalatenschap voor beide zussen is gewaarborgd. Daarop deel het hof de auteursrechten toe aan zus B.

Auteursrechten in een nalatenschap: hoe zit dit?

Een auteursrecht ontstaat van rechtswege door het maken van het werk. Het moet gaan om een eigen, intellectuele schepping van de maker (auteur) (HvJ 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, IER 2009, 78,m. nt. F.W. Grosheide). Het auteursrecht biedt de maker een uitsluitend recht om zijn werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Als uitgangspunt geldt dat het auteursrecht toekomt aan de maker van het werk. Belangrijke wettelijke uitzonderingen zijn onder meer situaties waarin een werkgever of een rechtspersoon als auteursrechthebbende wordt aangemerkt (artikel 1, 7 en 8 van de Auteurswet). Auteursrechten gaan over bij erfopvolging (aldus Perrick in gewijzigde vorm. Het auteursrecht vervalt in beginsel door verloop van 70 haar, te rekenen van de 1ste januari van het jaar, volgend op het sterfjaar van de maker (art. 37 lid 1 Sw). Deze hoofdregel is van toepassing wanneer de maker een natuurlijk persoon is (voor werken waarvan een vennootschap als maker wordt beschouwd en andere situaties gelden andere termijnen, zie art. 38 Aw ev), en zijn vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht door een daartoe bestemde akte (artikel 2 lid 1 Aw). De exploitatierechten komen terecht bij de erfgenamen of legataris(sen). Freek de Jonge zong er al over: er is leven na de dood. Dat geldt zeker voor IE-rechten waaronder ook auteursrechten. Regeren is echter vooruit zien. De dichter in kwestie had er goed aan gedaan om een testament te maken en daarin vast te leggen wat zijn wensen zijn met betrekking tot zijn literaire nalatenschap. Benieuwd naar de mogelijkheden? Onze advocaten Marjolein Hees (advocaat/partner erfrecht) en Ranee van der Straaten (advocaat IE-recht) schreven onlangs een artikel hierover in het Vakblad Estate Planning 2023-82. Neem gerust contact met één van hen op bij vragen over dit onderwerp.