Skip to Content

Uitspraak Hoge Raad: Btw-factuur kan niet worden afgedwongen in procedure over naheffingsaanslag parkeerbelasting

Publicaties Cassatie
Bij een naheffingsaanslag parkeerbelasting kan niet worden verzocht om uitreiking van een btw-factuur. Ook hoeft in een gemeentelijke parkeerverordening niet vermeld te worden of in het parkeertarief een bedrag aan btw is begrepen. Dat heeft de Hoge Raad vandaag in twee min of meer vergelijkbare zaken geoordeeld. In beide zaken had de betreffende heffingsambtenaar aan de belastingplichtigen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd. In de ene zaak verzocht de belastingplichtige om uitreiking van een factuur, waarop behalve de te betalen parkeervergoeding een bedrag aan btw wordt vermeld. De belastingplichtige wilde dit bedrag in zijn btw-aangifte in aftrek kunnen brengen. De Hoge Raad oordeelt dat in een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting niet kan worden verzocht om uitreiking van een btw-factuur, omdat het eventuele belang van die factuur een buiten de naheffingsaanslag gelegen belang is. In de andere zaak stelde de belastingplichtige dat de gemeentelijke parkeerverordening ten onrechte geen rekening hield met de verschuldigdheid van btw voor het aanbieden van straatparkeren. De Hoge Raad oordeelt dat gemeenten niet verplicht zijn in hun parkeerverordening te vermelden of in het parkeertarief een bedrag aan btw is begrepen. Advocaat-generaal Ettema adviseerde de Hoge Raad in haar conclusie dat het door gemeenten aanbieden van straatparkeren moet worden onderworpen aan de heffing van btw. De Hoge Raad komt in beide zaken aan die beoordeling niet toe, omdat die beoordeling  niet van belang is voor de juistheid van de opgelegde naheffingsaanslagen. De Hoge Raad laat daarom in het midden of gemeenten btw moeten heffen over de parkeervergoeding. Den Haag, 23 maart 2018 Klik hier voor de volledige uitspraken.