Geschreven door Admin | 11-feb-2012 5:00:00
Op 10 februari heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat bij ingewikkelde constructies die ontworpen zijn om minder belasting te betalen dan wettelijk bedoeld (ook bekend als fraus legis of misbruik van recht), er geen claim kan worden gedaan op het recht van btw-aftrek. **Achtergrond van de zaak** De relevante partij in deze zaak is een BV die roerende goederen koopt en verhuurt aan een ziekenhuis (het is aannemelijk dat het hier om ziekenhuisapparatuur gaat). De BV verzoekt om aftrek (teruggave vorm) van de btw die haar in rekening is gebracht voor deze aankoop. Voor de verhuur moet de BV btw aan het ziekenhuis in rekening brengen. Een ziekenhuis heeft geen recht op aftrek of teruggave van de in rekening gebrachte btw. Bij de aankoop van apparatuur is een ziekenhuis dus in één keer 19% btw kwijt over de aankoopprijs. Bij het huren van apparatuur betaalt het ziekenhuis niet-aftrekbare btw over de huurprijs, die uiteraard veel lager is dan de aankoopprijs. Opvallend wordt dit wanneer de huur na korte tijd vrij van btw gemaakt kan worden. De aandelen van de BV zijn in handen van een stichting. In het bestuur van deze stichting zit de adjunct-directeur van het ziekenhuis. De directeur van de BV is ook een stafmedewerker van het ziekenhuis. De BV heeft de aankoop van de roerende goederen gefinancierd met een renteloze lening van het ziekenhuis, met een hypotheekrecht voor het ziekenhuis als geldschieter. Alle betrokken partijen (de BV, de stichting en het ziekenhuis) waren van plan om de aandelen in de BV na vijf jaar over te dragen aan het ziekenhuis, waardoor de BV en het ziekenhuis een zogenaamde fiscale eenheid zouden vormen. Vanaf dat moment zou de verhuur van de goederen aan het ziekenhuis btw-vrij zijn. De grootste vraag hier is of de BV recht heeft op aftrek (in dit geval teruggave) van de btw die haar in rekening is gebracht bij de aankoop van de roerende goederen. De inspecteur wees het verzoek om teruggave af, waartegen de BV bezwaar maakte. **Procedure bij de Rechtbank, het Hof en de Hoge Raad** Rechtbank Haarlem besliste (LJN BB7712) dat de roerende goederen btw-technisch niet aan de BV, maar aan het ziekenhuis waren geleverd en verklaarde het beroep van de BV ongegrond. Het Hof van Amsterdam was van mening (LJN BG5059) dat de roerende goederen wel aan de BV waren geleverd en dat deze aan het ziekenhuis waren verhuurd. In principe bestaat er recht op aftrek/teruggave van btw, zo oordeelde het Hof. Toch concludeerde het Hof dat het verzoek om teruggave moest worden afgewezen. Het Hof oordeelde namelijk dat de door de partijen gekozen constructie misbruik van recht vormde en dat dit betekende dat het recht op aftrek/teruggave verviel. De BV ging in cassatieberoep. Advocaat-generaal M.E. van Hilten concludeerde op 1 oktober 2009 dat de zaak aangehouden moest worden in afwachting van de prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie in Weald Leasing Ltd (C-103/09). Deze uitspraak werd op 22 december 2010 door het Hof van Justitie van de Europese Unie gedaan. **Uitspraak van de Hoge Raad** De Hoge Raad oordeelde dat het cassatieberoep ongegrond was. Hoewel het een belastingplichtige vrijstaat om de voor hem meest voordelige weg te kiezen, is de vrijheid niet zo groot dat, met als doel belastingontwijking, met succes een kunstmatige, niet-reële weg gekozen kan worden die leidt tot het betalen van minder belasting in strijd met doel en strekking van de wet. Het recht op aftrek/teruggave van btw in deze zaak is gebaseerd op de Zesde BTW-Richtlijn van de Europese Unie. De Hoge Raad oordeelde echter dat ook het recht van de Europese Unie impliceert dat in geval van misbruik van recht geen beroep kan worden gedaan op rechten die voortvloeien uit Europese regelgeving. De Hoge Raad oordeelde ook dat het recht op aftrek/teruggave mag worden geweigerd voor elke transactie waarvan vaststaat dat deze onderdeel is van het vastgestelde misbruik van recht. Het maakt niet uit wie van de betrokken partijen het misbruik heeft gepleegd en wie het meeste heeft geprofiteerd van het beoogde belastingvoordeel. In deze zaak heeft het Hof van Amsterdam geconcludeerd dat er een reeks handelingen was die uitsluitend bedoeld waren om in strijd met doel en strekking van de wet belastingvoordeel te verkrijgen. Dat bepaalde handelingen -de overdracht van de aandelen in de BV aan het ziekenhuis en de vorming van een fiscale eenheid tussen de BV en het ziekenhuis- nog niet waren uitgevoerd op het moment dat de Inspecteur moest beslissen over de teruggave, doet hier niets aan af. **Gevolgen van deze uitspraak** Het cassatieberoep is afgewezen. Dat betekent dat de teruggave van omzetbelasting die de belanghebbende in rekening is gebracht over de aankoop van de ziekenhuisapparatuur terecht is geweigerd. Het beoogde voordeel, dat de BV na vijf jaar btw-vrij kon verhuren, is daardoor ongedaan gemaakt. Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 10 februari 2012. Mochten er verschillen zijn tussen deze samenvatting en de uitspraak, dan is de uitspraak doorslaggevend. Bron: [www.rechtspraak.nl](http://www.rechtspraak.nl/)