Geschreven door Admin | 29-mrt-2018 4:00:00
Prejudiciële vragen (art. 392 Rv); procesrecht. Begrip belanghebbende in art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv en art. 806 lid 1 Rv bij beëindiging van door ouders gezamenlijk uitgeoefend ouderlijk gezag (art. 1:266 BW). Mogelijkheid van principaal en incidenteel hoger beroep van elke ouder. Betekenis van art. 8 EVRM. ECLI:NL:HR:2018:463, 30 maart 2018, nr. 17/04701
Klik hier voor de volledige uitspraak.