Werknemer is arbeidsongeschikt en wordt op staande voet ontslagen. Werkgever voert als dringende reden aan voor dit ontslag dat de werknemer zijn herstel opzettelijk heeft vertraagd en dat hij het de werkgever onmogelijk heeft gemaakt gebruik te maken van de aan haar verleende ontslagvergunning. Werknemer heeft zijn werkgever een vals beeld gegeven van de voortgang van zijn herstelproces en hij heeft moedwillig zijn arbeidsongeschiktheid in stand gehouden. Het ontslag op staande voet is terecht gegeven, volgens de Kantonrechter te Bergen op Zoom.
Werknemer was sinds 2007 in dienst als productiemedewerker bij het betonbedrijf van werkgever. De werknemer is van Turkse komaf en moest nog zijn militaire basisopleiding in Turkije volgen. Bij het Turkse consulaat geeft hij in december 2008 aan dat hij in oktober 2009 beschikbaar zou zijn voor deze opleiding. Vervolgens wordt de werknemer in januari 2009 arbeidsongeschikt vanwege vaatproblematiek aan beide benen. De operatie aan het linkerbeen vindt plaats in mei 2009. In afwachting van de operatie aan het rechterbeen is de werknemer daarna nog steeds arbeidsongeschikt.
In het bedrijf van de werkgever vindt ondertussen een reorganisatie plaats. In het kader daarvan krijgt de werkgever van het UWV Werkbedrijf toestemming om werknemer te ontslaan wegens bedrijfseconomische redenen. De ontslagvergunning dient de werkgever te gebruiken voor 21 oktober 2009. Omdat de werknemer op dat moment nog steeds arbeidsongeschikt is, doet de werkgever dit niet.
Nadat de werknemer door Turkije wordt opgeroepen om zijn militaire basisopleiding te volgen, vraagt de werknemer hiervoor een aantal weken vrij. De werkgever vraagt de bedrijfsarts naar aanleiding van dit verzoek om advies. De bedrijfsarts acht werknemer medisch niet in staat om de opleiding te volgen. Omdat werknemer echter een gevangenisstraf kan krijgen als hij zich niet in Turkije meldt, verzoekt de bedrijfsarts de behandelaar om een versnelde opname voor de operatie aan het rechterbeen. Ondanks dat hij op dat moment nog niet is geopereerd, reist de werknemer naar Turkije af en volgt hij in de periode van 1 tot 22 oktober 2009 zijn militaire basisopleiding.
De bedrijfsarts verneemt van de behandelaar vervolgens dat de werknemer reeds in juli 2009 geopereerd had kunnen worden aan zijn rechterbeen. Werknemer heeft toen echter verzocht de operatie tot na 31 oktober 2009 uit te stellen. Daarmee heeft de werknemer zijn genezing vertraagd. Nadat de bedrijfsarts de werkgever hiervan per e-mail op de hoogte heeft gebracht, ontslaat de werkgever de werknemer op staande voet per 16 oktober 2009. Werkgever voert als dringende reden aan dat de werknemer zijn herstel opzettelijk heeft vertraagd door om uitstel van de operatie te verzoeken en dat hij het de werkgever onmogelijk heeft gemaakt gebruik te maken van de verleende ontslagvergunning. In kort geding vordert de werknemer wedertewerkstelling (zodra hij weer arbeidsgeschikt is) en doorbetaling van zijn loon.
Op de zitting weigert de werknemer mee te werken aan verificatie van de inhoud van het e-mailbericht van de bedrijfsarts bij zijn behandelaar. Hij stelt dat hij geen oproeping voor een operatie in juli heeft ontvangen en dat pas in september door een ander om uitstel van de operatie is verzocht. De kantonrechter acht het werknemers goed recht om zijn medewerking te weigeren, maar verwerpt daarom zijn verweer.
Vervolgens oordeelt de kantonrechter dat de werkgever de werknemer terecht heeft ontslagen. De werknemer is niet open en eerlijk geweest over de oproep voor de operatie aan zijn rechterbeen in juli 2009 en over zijn verzoek om die operatie uit te stellen tot na de maand oktober, waarin – naar werknemer wist – de militaire basisopleiding zou plaatsvinden. Werknemer heeft werkgever daarmee een vals beeld van de voortgang van zijn herstelproces gegeven en moedwillig zijn arbeidsongeschiktheid in stand gehouden tot een na oktober 2009 gelegen datum.
Het ontslag op staande voet houdt derhalve stand. De kantonrechter wijst de gevorderde voorlopige voorzieningen af.