Een bericht van de civiele rechter bij de rechtbank Oost-Brabant: er komt nader onderzoek naar de verkoopcijfers van chocoladeproducten bij tankstations en het bijbehorende marktaandeel van Mars en Nestlé. Dat is gisteren geoordeeld in een bodemprocedure over het Mars Ondernemingsprogramma.
Mars Nederland B.V. verkoopt en distribueert onder meer chocoladeproducten, vooral candybars en zogenaamde bite-sizes (chocolade in een zak of box) onder de merken Mars, Snickers, M&M’s, Twix, Bounty, Balisto, Milky Way en Maltesers en kauwgom. Nestlé Nederland B.V. brengt chocoladeproducten op de markt onder de merken KitKat, Smarties, Lion, Nuts, Bros, Rolo, Caramac en Crunch.
Mars introduceerde in 2010 het Mars Ondernemingsprogramma (MOP) voor de verkoop in zogenaamde Non-CoCo tankstations (tankstations die zelf het verkoopbeleid bepalen en niet geëxploiteerd worden door een oliemaatschappij). De deelnemende tankstations ontvangen vergoedingen en bonussen als zij de bestaande schapruimte indelen volgens de voorwaarden van Mars, daarbij een prominente plaats inruimen voor de Marsproducten en daarnaast extra verkoopmeubels plaatsen waarin alleen Marsproducten mogen worden geplaatst.
Mededingingsregels
Nestlé spande eerder een kort geding aan. De rechtbank
verbood Mars in 2011 het programma verder uit te breiden naar nieuwe tankstationhouders. Nestlé heeft vervolgens in een bodemprocedure aangevoerd dat het programma van Mars inbreuk maakt op de mededingingsregels en dat Nestlé daardoor marktaandeel verliest. Ook heeft Nestlé de rechtbank gevraagd de afspraken tussen Mars en de tankstationhouders nietig te verklaren. Mars betwist dat er sprake is van schending van de mededingingsregels. Mars stelt onder meer dat het gaat om een overeenkomst om de verkoop van candybars en bite-sizes te stimuleren en de markt als geheel te laten groeien en dat Nestlé haar eigen concurrerende ondernemingsprogramma aan de tankstations kan aanbieden.
Plaats in het schap
De rechtbank oordeelt dat Mars met het programma invloed uitoefent op de plaatsing van (alle) chocoladeproducten in de tankstations. Bij de aankoop van een chocoladeproduct in de shop van een tankstation gaat het om een impulsaankoop van de consument. Een goede positie in het schap en één of meer verkoopmeubels is daarom van wezenlijk belang. Nestlé heeft onbetwist aangegeven dat met het programma de beste schapplekken (op ooghoogte en dicht bij de kassa) volledig zijn gereserveerd voor Mars-producten en dat dus alleen de minder goede plekken (onderin het schap en minder dicht bij de kassa) beschikbaar zijn voor de producten van Nestlé en de andere concurrenten van Mars.
Nestlé heeft een veel kleiner marktaandeel dan Mars en kan daarom niet volstaan met een korting die procentueel gelijk is aan de korting die Mars geeft. Nestlé zal de tankstationhouder een voordeel moeten geven dat in euro’s minstens gelijkwaardig is en zal dus een procentueel veel hogere korting aan de tankstationhouder moeten geven. De rechtbank komt tot het oordeel dat Nestlé geen concurrerend ondernemingsprogramma kan aanbieden zonder structureel verlies te leiden.
Nader onderzoek
De vraag is of het ondernemingsprogramma ook tot gevolg heeft dat Nestlé daadwerkelijk wordt benadeeld (de mededinging merkbaar wordt beperkt). Het MOP is namelijk alleen gericht op de Non-CoCo tankstations en die tankstations vertegenwoordigen minder dan de helft van de omzet van de verkoop van candybars en bite sizes. Ook is het de rechtbank nog niet duidelijk of het aantal impulsaankopen toeneemt door het MOP, of dat de omzet verschuift van Nestlé naar Mars en Nestlé daardoor marktaandeel verliest. De rechtbank bepaalt in deze tussenuitspraak dat een deskundige wordt benoemd. De deskundige gaat onderzoeken wat de ontwikkeling is van de omzet van candybars en bite-sizes en de marktaandelen van Mars en Nestlé bij tankstations die deelnemen aan het MOP en niet deelnemende tankstations.
Meer weten? Mail vrijblijvend Minos van Joolingen
Op de hoogte blijven?
Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.