Onlangs heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (“AP”) bekend gemaakt dat zij onderzoek doet naar verwerkingen van bijzondere persoonsgegevens door de Belastingdienst. Het gaat daarbij met name om gegevens over nationaliteit en etnische achtergrond. Het lijkt er op dat de Belastingdienst deze gegevens bij fraudeonderzoeken over kinderopvangtoeslag gebruikt. Onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG”) is dit niet toegestaan, tenzij de Belastingdienst zich kan beroepen op een uitzonderingsgrond.
Wat is er aan de hand?
De Belastingdienst doet regelmatig fraudeonderzoeken naar al dan niet terecht uitgekeerde kinderopvangtoeslag. Bij de AP zijn meldingen binnengekomen dat de Belastingdienst daarbij mogelijk bijzondere persoonsgegevens verwerkt, waaronder gegevens over de nationaliteit en de etnische achtergrond van de ontvangers. Over de vraag of de Belastingdienst deze gegevens in het kader van het fraudeonderzoek mag verwerken, doet de AP zo lang het onderzoek nog loopt geen uitspraak.
Verwerking van bijzondere persoonsgegevens
Gegevens over “ras of etnische afkomst” zijn ingevolge de AVG aan te merken als bijzondere persoonsgegevens. Voor zulke gegevens geldt een zwaarder regime dan voor reguliere persoonsgegevens (bijvoorbeeld adresgegevens). Een verantwoordelijke (zoals de Belastingdienst) mag bijzondere persoonsgegevens niet verwerken, tenzij men een beroep kan doen op een wettelijke uitzonderingrond. Als daar sprake van is, zal de verwerking bovendien nog moeten voldoen aan de overige eisen van de AVG, waaronder de eis van een verwerkingsgrond (bijv. uitvoering wettelijke plicht of gerechtvaardigd belang, zie artikel 6 AVG). De AP onderzoekt nu in hoeverre de Belastingdienst zich bij de verwerking van ras- en etnische gegevens in het kader van fraudeonderzoek gegevens over nationaliteit en etniciteit verwerkt.
Geautomatiseerde besluitvorming
Onderdeel van het onderzoek van de AP is daarnaast of de zogeheten “geautomatiseerde risicoclassificatie” die de Belastingdienst toepast is toegelaten door de AVG. Op grond van de AVG is geautomatiseerde besluitvorming in beginsel verboden als die zonder menselijke tussenkomst plaatsvindt. Voor geautomatiseerde besluitvorming op basis van bijzondere persoonsgegevens gelden nog strengere eisen. Dat is toegelaten als de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Ook is het toegelaten indien een zwaarwegend belang deze automatische besluitvorming rechtvaardigt. In beide gevallen dient de verantwoordelijke (de Belastingdienst) passende maatregelen te treffen om de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen. De AVG bepaalt dat van een zwaarwegend belang bij verwerking van ras of etnische gegevens slechts sprake is indien dit voor identificatie van de betrokkene onvermijdelijk is of om feitelijke nadelen in verband met de afkomst op te heffen of te verminderen.
Conclusie
De AP zit niet stil naar aanleiding van de meldingen die haar bereiken. De uitkomsten van het onderzoek bij de Belastingdienst biedt naar verwachting handvatten voor de praktijk over de uitleg en toepassing van de AVG bij bijzondere persoonsgegevens. Wij houden u op de hoogte! Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, bijvoorbeeld over de verwerking van bijzondere persoonsgegevens? Neem dan vrijblijvend contact op met Floortje Eijdems of met één van de andere leden van het Privacy-team .