Sommige wettelijke regelingen verplichten ondernemingen om bepaalde informatie ter beschikking te stellen of toegankelijk te maken. De onderneming hoeft in dat geval alleen maar de informatie klaar te zetten. Het is aan de consument om die op te halen. Op internet kan gemakkelijk aan dergelijke wettelijke informatieverplichting worden voldaan door middel van een hyperlink. Verkoopt een onderneming bijvoorbeeld via internet producten, dan moet zij op grond van de wet permanent bepaalde informatie over zichzelf toegankelijk maken. Zoals haar identiteit, adres, contactgegevens, het nummer van inschrijving in het handelsregister en het BTW-identificatienummer. Dat kan door middel van een hyperlink op haar website bijvoorbeeld achter de woorden “over ons”. Als de consument die daarop klikt, wordt doorgeleid naar een webpagina met de wettelijk voorgeschreven informatie is de informatie daarmee toegankelijk gemaakt.
Het is lastiger om op internet te voldoen aan een wettelijke verplichting om informatie te verstrekken. Zeker omdat aan deze wijze van informeren meestal de voorwaarde is verbonden dat de verstrekking geschiedt op papier of door middel van een duurzame drager. Een duurzame drager is bijvoorbeeld een cd-rom, dvd, usb-stick of de harde schijf van de computer waarop e-mailberichten kunnen worden opgeslagen. En – naar ik aanneem – ook de server van een e-maildienstverlener zoals Hotmail of de cloud waarin e-mailberichten worden bewaard.
Als een onderneming via internet goederen verkoopt of diensten verricht moet zij op grond van de wet voor het sluiten van de overeenkomst aan de consument informatie verstrekken over onder meer de voornaamste kenmerken van de goederen of de dienst, de totale prijs en het wettelijk recht om de overeenkomst binnen een bepaalde termijn te herroepen. Zij kan dan niet volstaan met de informatie toegankelijk te maken via een hyperlink op haar website. Zij zal de informatie op een duurzame drager naar de consument moeten brengen zodat hij daar de feitelijke macht over kan uitoefenen. Een onderneming die online actief is op de consumentenmarkt, kan bijvoorbeeld Informatie op een duurzame drager verstrekken door middel van een e-mail gericht aan de consument waarin de informatie is opgenomen. Onvoldoende is, dat in de e-mail een hyperlink is opgenomen naar een webpagina van de onderneming waarop de voorgeschreven informatie staat. Wel voldoende is dat de e-mail een toegankelijke bijlage (bijvoorbeeld in pdf) bevat met daarin de voorgeschreven informatie.
In de praktijk maken steeds meer ondernemingen gebruik van een persoonlijke berichteninbox van de klant op de website van de onderneming om berichten naar de klant te sturen. Het gaat dan om ondernemingen die regelmatig berichten naar ieder van hun klanten sturen met vaak een vertrouwelijk karakter, zoals facturen van zorgverleners, verzekeringspolissen of financiële (jaar)overzichten. De klant kan dan toegang krijgen tot deze berichteninbox door in te loggen op de website. Het ligt voor de hand om deze berichteninbox ook te gebruiken om wettelijke voorgeschreven informatie te verstrekken aan de consument. Maar kan dat zo maar? Het Europese Hof van Justitie heeft daarover een aantal uitspraken gedaan. Kort gezegd moet een persoonlijke berichteninbox op de website van de onderneming aan de volgende voorwaarden voldoen om een wettelijke verplichting tot het verstrekken van informatie op een duurzame drager na te kunnen komen:
Uit de laatste uitspraak van het Europese Hof van Justitie over dit onderwerp van 25 januari van dit jaar blijkt dat informatie niet is verstrekt als de consument via een bericht op de website van de onderneming wordt meegedeeld dat zijn persoonlijke berichteninbox een nieuw bericht bevat. Wel volstaat een mededeling door middel van een e-mail naar het e-mailadres dat de consument ook gebruikt voor communicatie met anderen dan de onderneming waarop de wettelijke informatieverplichting rust. Dat kan alleen als de onderneming over dat e-mailadres van de consument beschikt. Anders moet zij een andere wijze van mededeling hanteren. Ik ga ervan uit dat ook een sms bericht naar het mobiele nummer van de consument aan de eisen voldoet.
Het is nog niet duidelijk wat dient te worden verstaan onder “gedurende een gepaste tijd toegang hebben”. Het Europese Hof van Justitie verwijst daarvoor naar het doel van de informatieverstrekking, maar dit is niet een erg concreet aanknopingspunt. De rechter zal hierover meer duidelijkheid moeten geven.