Procedures bij het UWV en bestuursrechtelijke bezwaarprocedures vallen ook onder de vrije advocatenkeuze. Dat heeft het Hof van Justitie van de EU vandaag geoordeeld in twee Nederlandse zaken. De betrokken verzekeraars DAS Rechtsbijstand en Achmea krijgen het deksel op de neus. Verzekerden hebben gewoon recht op vergoeding van hun kosten juridische bijstand. Niet alleen in, maar ook buiten rechte.
In elke rechtsbijstandverzekering moet staan vermeld dat als een advocaat of andere vertegenwoordiger wordt gevraagd namens een verzekerde op te treden, die verzekerde vrij is om te kiezen wie. Dat geldt zowel voor gerechtelijke procedures, als voor administratieve procedures (artikel 4(1)(a) Richtlijn 87/344/EEG).
De Hoge Raad vroeg zich af of deze “vrije advocaatkeuze”, zoals de verplichting is komen te heten, ook geldt in ontslagprocedures bij het UWV en bestuursrechtelijke bezwaarprocedures. Het Hof van Justitie van de EU beantwoordt deze vraag vandaag bevestigend (HvJEU 7 april 2016, arrest in zaak C-460/14 (Massar/DAS Rechtsbijstand), n.g.e.; HvJEU, arrest in zaak C-5/15 (Büyüktipi/Achmea), n.g.e.).
1e zaak: ontslagprocedure bij het UWV
Het Hof oordeelt dat het begrip “administratieve procedures” niet beperkt is tot enkel bestuursrechtelijke procedures in rechte. Ook bestuursrechtelijke procedures buiten rechte kunnen daaronder vallen.
DAS Rechtsbijstand had het tegendeel bepleit, onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis bij Richtlijn 87/344/EEG. Maar het Hof maakt korte metten met de argumenten van de rechtsbijstandsverzekeraar:
In de voorliggende kwestie stond voor de ontslagen werknemer geen beroep open tegen het besluit van het UWV waarbij de werkgever een vergunning krijgt voor ontslag om bedrijfseconomische redenen. Weliswaar kon de werknemer nadien voor de burgerlijke rechter een schadevordering indienen, op grond van kennelijk onredelijk ontslag , maar de daarop te geven beslissing kon geen wijziging brengen in het besluit van het UWV. De rechten van de werknemer werden door het besluit van het UWV dus geraakt. Die belangen behoeven bescherming als verzekerde.
Vrij een eigen advocaat of andere vertegenwoordiger kiezen bij een administratieve ontslagprocedure, zoals die bij het UWV, acht het Hof des te meer geboden, omdat dit recht in 2013 al was erkend voor gerechtelijke ontslagprocedures bij de kantonrechter (HvJEU, arrest in zaak C‑442/12 (Sneller), EU:C:2013:717).
NB: door de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is het sinds 1 juli 2015 wel mogelijk om tegen een beslissing van het UWV te ageren bij de kantonrechter. Onderhavige kwestie zag echter op een zaak die speelde vóór 1 juli 2015. Dat doet overigens niets af aan de uitkomst: ook tijdens een procedure bij het UWV bestaat er recht op vrije advocaatkeuze.
2e zaak: bezwaar bij bestuursorgaan tegen zorgindicatie
In de tweede zaak die vandaag werd beoordeeld weigerde het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een zorgindicatie een verzekerde van Achmea. Hij wilde bij zijn bezwaarprocedure een gespecialiseerde advocaat inschakelen. Achmea weigerde dat.
Het Hof oordeelt echter dat ook in deze procedure sprake is van een “administratieve procedure” die voor vergoeding in aanmerking komt. Het gaat immers om “de fase van bezwaar bij een bestuursorgaan waarin dat orgaan een voor beroep in rechte vatbaar besluit geeft” (HvJEU, arrest in zaak C-5/15 (BüyüktipiAchmea), n.g.e.). Ook in bestuursrechtelijke bezwaarprocedures heeft de verzekerde dus recht op vrije advocaatkeuze. Naar alle waarschijnlijkheid geldt dat ook voor bestuursrechtelijk beroep.
Commentaar
De uitspraak van vandaag is goed nieuws voor verzekerden die met een geschil worden geconfronteerd. Ook als zij niet naar de rechter hoeven, maar bijvoorbeeld bij een quasi-rechtelijke instantie moeten procederen, kunnen zij aanspraak maken op “vrije advocaatkeuze”.
De ontslagprocedure bij het UWV komt in de praktijk veel voor – en is mede daarom een tot de verbeelding sprekend voorbeeld. Echter weinig in de overwegingen van de Europese rechter lijkt ons in de weg te staan aan een bredere toepassing. Daarmee komen in beginsel alle bestuursrechtelijke niet-gerechtelijke procedures in beeld voor “vrije advocaatkeuze”.
Betekent dit arrest dat het verdienmodel van rechtsbijstandsverzekeraars (verder) op de schop gaat, zodat wij ons straks wellicht niet eens meer kunnen verzekeren voor rechtsbijstand? Zover zouden wij niet willen gaan.
Het Hof oordeelt dat partijen nog steeds beperkende afspraken mogen maken: (1) dat de verzekerde voor zijn vertegenwoordiging enkel een beroepshalve bevoegd persoon mag uitkiezen, zoals een advocaat, en (2) dat deze advocaat of andere vertegenwoordiger kantoor houdt in de plaats van de instantie die in eerste aanleg bevoegd is. Deze afspraak is wel aan twee voorwaarden onderhevig:
Op de hoogte blijven?
Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.
Meer weten over rechtsbijstand en vrije advocaatkeuze?
Mail vrijblijvend met onze gespecialiseerde advocaten Adriaan Buyserd (Contact, LinkedIn) of Jeff van Veen (Contact, LinkedIn)