Skip to Content

Zorgplicht van banken tegenover derden

Publicaties Corporate/M&A

Volgens vaste rechtspraak heeft een bank als deskundige op het gebied van financiële dienstverlening een bijzondere zorgplicht tegenover particuliere beleggers. Deze zorgplicht is niet beperkt tot klanten van de bank, maar strekt zich ook uit over derden. In HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3399 wordt dit uitgangspunt nogmaals bevestigd.

Van den Berg verrichtte beleggingsactiviteiten zonder dat hij beschikte over de daartoe vereiste vergunningen. Investeerders stelden gelden aan Van den Berg ter beschikking om te beleggen. Voor de ontvangst van deze gelden heeft Van den Berg gebruik gemaakt van twee bankrekeningen bij Fortis Bank (thans: ABN AMRO).

Vanaf – in ieder geval – 2002 maakte Van den Berg zich schuldig aan “Ponzifraude”; hij belegde de ingelegde gelden niet meer, maar gebruikte dit geld om andere investeerders de beloofde “rendementen” uit te betalen en hun inleg terug te betalen. Van den Berg is hiervoor uiteindelijk strafrechtelijk veroordeeld.

De circa 1400 gedupeerde investeerders – vertegenwoordigd door Stichting Belangenbehartiging Gedupeerde Beleggers Van den Berg – vorderen dat de rechter vaststelt dat ABN AMRO toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de beleggers die gelden aan Van den Berg hebben toevertrouwd en die door hem gedupeerd zijn.

De Hoge Raad heeft – net als het Hof – bepaald dat als ABN AMRO op de hoogte was van de ongebruikelijke omvang van het betalingsverkeer op de rekeningen van Van den Berg, zij nader onderzoek had moeten verrichten. Vooral gezien het feit dat Van den Berg een particuliere rekeninghouder was. Naar aanleiding van dat onderzoek had ABN AMRO vervolgens kunnen optreden richting Van den Berg om zo de investeerders te beschermen die geld aan Van den Berg ter beschikking hebben gesteld. Door dit na te laten heeft ABN AMRO onrechtmatig gehandeld tegenover de achterliggende investeerders.  

Deze uitspraak benadrukt weer eens dat de zorgplicht (c.q. waarschuwingsplicht) van de bank niet alleen strekt tot bescherming van klanten. Van de bank wordt onder bepaalde omstandigheden ook verwacht dat zij derden beschermt. Beantwoording van de vraag of de bank feitelijk op de hoogte was van het ongebruikelijke betalingsverkeer, hangt af van de bijzondere omstandigheden van het geval. Duidelijk is in ieder geval dat een bank grote omvangrijke en ongebruikelijke betalingsopdrachten in het oog moet houden en zo nodig onderzoek moet doen naar de transacties.