Skip to Content

Corporate Litigation deel 4:          De geschillenregeling

Blogs Procedures & Geschillenbeslechting Henk Brat Maarten van Dooren Ruben Herculeijns Carlijn van Dooren

In deze blogserie gaan wij in op geschillen binnen ondernemingen. Op hoofdlijnen bespreken we de juridische aspecten daarvan en geven we tips & tricks hoe deze geschillen op te lossen dan wel daar mee om te gaan. Wordt u geconfronteerd met een geschil binnen uw onderneming? Neem contact op met onze advocaten gespecialiseerd in ’corporate litigation’ voor een vrijblijvend gesprek naar de mogelijkheden.

Op 1 januari 2025 is de Wet Aanpassing Geschillenregeling en Verduidelijking Ontvankelijkheidseisen Enquêteprocedure (de “Wagevoe”) in werking getreden. Deze wet brengt aanzienlijke wijzigingen aan in de geschillenregeling.

De geschillenregeling biedt - kort gezegd - een oplossing bij aandeelhoudersgeschillen en dient uiteindelijk te leiden tot uitkoop van een aandeelhouder. 

De aangepaste geschillenregeling is van toepassing op niet-beursgenoteerde B.V.’s en N.V.’s. Centraal staan de uitstotings- en uittredingsprocedures, die nu niet langer bij de rechtbank worden gevoerd via een dagvaarding, maar moeten worden ingeleid met een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer is onderdeel van het Gerechtshof in Amsterdam en bestaat uit drie rechters die gespecialiseerd zijn in het ondernemingsrecht en twee zogenaamde raden; deskundigen uit de praktijk die geen lid zijn van de rechterlijke macht. 

De beide procedures lichten we kort toe.

Uitstotingsprocedure

Een aandeelhouder met minimaal één derde van de aandelen kan de Ondernemingskamer verzoeken te bevelen dat een andere aandeelhouder zijn aandelen aan hem overdraagt. Vereist is dat de uit te stoten aandeelhouder door zijn handelen het belang van de vennootschap schaadt. Dat handelen dient zo ernstig te zijn, dat hij redelijkerwijs geen aandeelhouder meer kan blijven. 

Onder de oude regeling kon een aandeelhouder alleen worden uitgestoten als hij schadelijke handelingen in zijn hoedanigheid van aandeelhouder verrichtte. Wanneer een aandeelhouder bijvoorbeeld een nieuwe concurrerende onderneming startte, bood de geschillenregeling geen soelaas. Die aandeelhouder handelde immers niet in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. De nieuwe regeling biedt voor zulke situaties wel mogelijkheden. Ook als een aandeelhouder in een andere hoedanigheid handelingen verricht die schadelijk zijn voor de vennootschap, bijvoorbeeld als bestuurder of privépersoon, kan dat onder de nieuwe regeling aanleiding vormen voor een succesvol uitstotingsverzoek.

Uittredingsprocedure

Naast het uitkopen van een problematische aandeelhouder, kan een aandeelhouder ook de Ondernemingskamer verzoeken zelf door zijn medeaandeelhouders te worden uitgekocht (zogeheten uittreding). Een aandeelhouder heeft dat recht als hij door gedragingen van één of meer medeaandeelhouders zo ernstig in zijn rechten of belangen is geschaad, dat van hem niet kan worden verlangd nog langer deel te nemen in de vennootschap. Ook hiervan kan sprake zijn als een andere aandeelhouder onrechtmatig concurreert met een nieuwe vennootschap en klanten van de oorspronkelijke vennootschap afsnoept.

Opmerking verdient dat een uittredingsverzoek door iedere aandeelhouder kan worden ingediend, ongeacht het aandelenpercentage dat hij houdt. Ook hebben certificaathouders nu de mogelijkheid een uittredingsverzoek te doen. Daarmee wijkt de uittredingsprocedure af van de uitstotingsprocedure.

Bepaling prijs aandelen

Als de Ondernemingskamer het uitstotings- of uittredingsverzoek toewijst, bepaalt in beginsel een deskundige de koopprijs van de aandelen. Dit kan echter worden voorkomen als de statuten of de aandeelhoudersovereenkomst een duidelijke en redelijke prijsbepalingsregeling bevatten. In zo’n geval kan de Ondernemingskamer zelfstandig de koopprijs bepalen. Zeker als het niet lonend is een dure prijsbepalingsprocedure te doorlopen kan het zinvol zijn een dergelijke simpele prijsbepalingsregeling overeen te komen en vast te leggen.

Samenloop geschillenregeling en enquêteprocedure

In eerdere blogs hebben we de enquêteprocedure besproken. Ook die procedure wordt gevoerd voor de Ondernemingskamer en wordt ingeleid met een verzoekschrift. Indien deze het verzoek toewijst, zal in beginsel een deskundige een onderzoek starten naar het beleid en de gang van zaken binnen een vennootschap. Deze procedure is met name populair omdat de Ondernemingskamer een groot scala aan voorlopige maatregelen kan opleggen. Denk aan het tijdelijk (i) schorsen van bestuurders, (ii) aanstellen van functionarissen als (mede)bestuurder of (iii) ten titel van beheer overdragen van (een deel van) de aandelen aan een functionaris. 

Met de Wagevoe wordt het mogelijk een enquêteprocedure te combineren met een uitstotings- of uittredingsprocedure. Denkbaar is dat een aandeelhouder de Ondernemingskamer bijvoorbeeld primair verzoekt om een medeaandeelhouder uit te stoten, en subsidiair om een onderzoek in te stellen naar het beleid van de vennootschap.

Omgekeerd kan een enquêteverzoek van een aandeelhouder worden gecombineerd met een tegenverzoek van een andere aandeelhouder om hem uit te kopen. Indien beide verzoeken voldoende samenhang vertonen, zal de Ondernemingskamer deze zaken waarschijnlijk gevoegd behandelen. De mogelijkheid om deze zaken nu bij één gespecialiseerde instantie te combineren is wat ons betreft een belangrijke vooruitgang.

Met de invoering van de Wagevoe biedt de geschillenregeling aldus een moderner en efficiënter kader om aandeelhoudersconflicten op te lossen, al wordt het afwachten hoe deze wijzigingen in de praktijk zullen uitpakken.